Het SCP heeft een verdeelmethodiek ontworpen voor de verdeling van de middelen voor het inkomensdeel van de Participatiewet. Deze methodiek is bij de verdeling van de middelen over gemeenten voor 2015 voor het eerst toegepast. Het verklaringsmodel is hierbij geschat op steekproefgegevens (EBB). Niet alle gegevens uit de EBB zijn echter representatief op gemeenteniveau, waardoor een herweging nodig is om de uitkomsten uit het verklaringsmodel te vertalen naar gemeentelijke budgetten.

Dit rapport beschrijft de verdere ontwikkeling van dit verdeelmodel. De doorontwikkeling heeft tot een aantal modelverbeteringen geleid. Belangrijkste verandering in model 2017 is dat gebruik is gemaakt van integrale data in plaats van de enquêtegegevens uit de EBB. Hierdoor zit elk Nederlands huishouden in het model en is geen herweging meer nodig. Daarnaast kan het aantal verklarende factoren in het model worden uitgebreid. Voor een tweetal kenmerken zijn geen integrale gegevens beschikbaar en zijn alternatieve kenmerken ontwikkeld.

Voor model 2017 is daarnaast de keuze van verdeelkenmerken meer theoretisch onderbouwd. Op basis van de economische theorie is een basisverzameling verklarende variabelen geselecteerd die de kans op bijstand van een huishouden bepalen. Tot slot is de modelspecificatie aangepast en is in de vertaling naar gemeentelijke budgetten het gehanteerde normbedrag gewijzigd. De normbedragen houden nu rekening met de leeftijd en gezinssamenstelling van huishoudens en bevatten de kostendelersnorm, die sinds 1 januari 2015 van kracht is.