Resultaten
Dit onderzoek kijkt ook naar de verschillende manieren waarop het aandeel (potentieel) kwetsbare jongeren dat wordt bereikt met het voorgestelde LKV jongeren, verhoogd kan worden. Dit kan in theorie door de urennorm aan te passen, de maximale leeftijd te verlagen, de uurloonnorm aan te passen, en de urennorm op kwartaal- of maandbasis (in plaats van op jaarbasis) te berekenen. Dit onderzoek kijkt niet naar de uitvoeringsaspecten van deze wijzigingen of naar de beleidsmatige en politieke wenselijkheid en haalbaarheid. De twee parameters die kunnen worden aangepast en het meest effect hebben op de gerichtheid zijn de urennorm en de maximumleeftijd. Het aandeel van de banen die zouden voldoen aan de parameters van het LKV jongeren dat wordt ingevuld door jongeren zonder startkwalificatie kan met name verhoogd worden door de maximumleeftijd te verlagen. Tegelijkertijd zorgt een verlaging van de urennorm juist tot een afname van het aandeel banen dat wordt ingevuld door jongeren zonder startkwalificatie. Het aandeel van de banen ingevuld door (potentieel) kwetsbare jongeren met startkwalificatie neemt daarentegen juist toe als de urennorm wordt verlaagd. Dit aandeel neemt ook toe als de maximumleeftijd wordt verlaagd, zij het in beperkte mate. De gerichtheid kan vergroot worden met een vrijwel zelfde aantal banen door de maximumleeftijd te verlagen naar 24 jaar en de urennormen te verlagen naar 4/5 van de huidige urennormen. In die situatie wordt 27 procent van de banen die voldoen aan de LKV jongeren parameters ingevuld door jongeren zonder startkwalificatie (ten opzichte van 24 procent in het huidige voorstel) en 34 procent door jongeren zonder startkwalificatie (ten opzichte van 31 procent in het huidige voorstel).

Op basis van het onderzoek van SEO heeft het ministerie aangegeven om het voorstel aan te passen door de maximumleeftijd en de urengrens voor het LKV Jongeren te verlagen ten opzichte van het originele voorstel. Dit is te vinden in de brief hierover van de Minister aan de Tweede Kamer. Op basis van de in eerste instantie voorgestelde parameters zou namelijk 24 procent van de banen die onder het LKV jongeren vallen worden ingevuld door jongeren zonder startkwalificatie en 31 procent door jongeren met startkwalificatie en ten minste één risicokenmerk van (potentiële) kwetsbaarheid. Het hiervoor genoemde aandeel banen dat wordt ingevuld door potentieel kwetsbare jongeren is een schatting van de ondergrens, waarbij wordt aangenomen dat alle jongeren waarvan niet bekend is of zij een startkwalificatie hebben niet onder de groep (potentieel) kwetsbare jongeren vallen. Voor 16 procent van de banen onder het voorgestelde LKV jongeren geldt dat deze worden ingevuld door jongeren waarvan niet bekend is of zij een startkwalificatie of een kenmerk van kwetsbaarheid hebben. Dit zijn voornamelijk banen van recent naar Nederland gemigreerde jongeren of niet-ingezetenen. Ook voor BBL-leerwerkplekken kunnen werkgevers LKV jongeren gaan ontvangen wanneer de baan binnen de parameters van het LKV jongeren valt. Dit betreft in totaal 12 procent van de banen die onder het LKV jongeren zullen vallen, waarvan ongeveer de helft wordt ingevuld door jongeren die (nog) niet in het bezit zijn van een startkwalificatie.

Het onderzoek
Het kabinet en werkgevers hebben afgesproken om binnen de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) het Lage- inkomensvoordeel (LIV) om te vormen tot een loonkostenvoordeel voor jongeren met een (potentieel) kwetsbare arbeidsmarktpositie, met als werktitel het LKV jongeren. De bedoeling is dat werkgevers dit loonkostenvoordeel gaan ontvangen voor jongeren met een substantiële baan rondom het wettelijk minimum(jeugd)loon. Voorgesteld was dat werkgevers het loonkostenvoordeel gaan ontvangen voor werknemers in de leeftijd van 18 tot 27 jaar, die minstens 1.248 uur per kalenderjaar bij deze werkgever werken (gemiddeld 24 uur per week) en tussen 100 en 125 procent van het minimum(jeugd)loon verdienen. Voor jongeren van 18, 19 en 20 jaar zal een getrapt (lager) urencriterium gaan gelden. De hoofdvraag van dit onderzoek is in welke mate het voorgestelde LKV jongeren daadwerkelijk jongeren met een (potentieel) kwetsbare arbeidsmarktpositie bereikt. Jongeren met een (potentieel) kwetsbare arbeidsmarktpositie zijn als eerste jongeren die geen startkwalificatie hebben (maximaal een mbo1-diploma). Daarnaast kunnen jongeren met een startkwalificatie ook een (potentieel) kwetsbare arbeidsmarktpositie hebben. Dit onderzoek kijkt voor deze tweede groep in welke mate dat het geval is.

Gebruikte methode
Om te bepalen in welke mate de vormgeving van het LKV Jongeren van invloed is op de gerichtheid van het instrument is gebruik gemaakt van analyses op gekoppelde CBS Microdata. Om te bepalen welke groepen jongeren een kwetsbare positie hebben is vooraf een literatuurstudie uitgevoerd. Wanneer wordt gesproken over de gerichtheid van het LKV jongeren betreft dit de mate waarin de banen die onder het LKV jongeren vallen, worden ingevuld door jongeren met een (potentieel) kwetsbare arbeidsmarktpositie.