In Nederland zijn er weinig zaken op het gebied van misbruik van een economische machtspositie (art. 24 Mw en art. 102 VWEU). In andere landen zijn er meer zaken geweest in de periode 2005-2009. Dit rapport maakt een internationale vergelijking en analyseert mogelijke verklaringen voor het relatief lage aantal zaken in Nederland. Voor Finland en Duitsland kan de achterstand verklaard worden door afwijkende regulering en wetgeving. Ten opzichte van Denemarken kan het verschil verklaard worden door de aanpak van de mededingingsautoriteit. Voor drie van de vijf zaken in het VK concludeert dit rapport dat een overtreding op de corresponderende Nederlandse markt minder waarschijnlijk was.

Het aantal kartelzaken in Nederland is internationaal gezien juist hoog. Verder analyseert dit rapport onder meer handhavingsinstrumenten, financiƫle slagkracht en beleid van de vijf mededingingsautoriteiten. Deze gegevens leverden geen verklaring op voor het lage aantal zaken in Nederland. Merk op dat het aantal zaken in een jurisdictie niet de effectiviteit van handhaving weerspiegelt.