Resultaten
Het benchmarkonderzoek biedt inzicht in het prijsniveau van Schiphol ten opzichte van twaalf concurrerende luchthavens in Europa en het Midden Oosten. Op bijna alle onderzochte luchthavens nam het prijsniveau in 2020 toe. Op Schiphol steeg het prijsniveau met 8,7 procent door een relatief sterke stijging van de passagiers- en securitygelden en ATC-heffingen. Schiphol blijft desondanks één van de goedkopere luchthavens in de benchmark. Alleen Dubai, Istanbul, Madrid en Kopenhagen waren in 2020 goedkoper.

Londen Heathrow, Frankfurt, Londen Gatwick, München en Parijs Charles de Gaulle blijven de duurste luchthavens. De hoge prijsniveaus op die luchthavens worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door de hoge passagiersbelastingen die in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk van kracht zijn. Kopenhagen blijft de goedkoopste luchthaven in de benchmark.

Schiphol differentieert de passagiersgelden sterker naar O/D- en transferpassagiers dan de meeste andere luchthavens. De differentiatie die Schiphol toepast op O/D- en transferpassagiers in het securitysegment komt overeen met differentiaties die elders worden toegepast.

Ten slotte zijn de prijsniveaus voor de verschillende luchthavens in beeld gebracht per turnaround: de prijs van een enkele start en landing met een klein, middelgroot en groot vliegtuigtype. Schiphol kent het op vier na laagste prijsniveau voor het kleine en middelgrote vliegtuigtype. Voor het grootste type zijn slechts twee andere luchthavens goedkoper.

Het onderzoek
SEO Economisch Onderzoek monitort sinds 2008 het prijsniveau van Schiphol ten opzichte van diens belangrijkste concurrenten. In deze actualisatie wordt het prijsniveau van Schiphol in de jaren 2013, 2018, 2019 en 2020 vergeleken met dat van 12 concurrerende luchthavens in Europa en het Midden-Oosten: Brussel, Parijs Charles de Gaulle, Kopenhagen, Düsseldorf, Dubai, Frankfurt, Istanbul, Londen Gatwick, Londen Heathrow, Madrid, München en Zürich.

Methode
De prijsniveaus op de verschillende luchthavens worden bepaald op basis van diens totale jaarlijkse aeronautische opbrengsten. Deze worden middels een benchmarkmodel vastgesteld voor de jaren 2013, 2018, 2019 en 2020. Daarbij wordt een bottom-up aanpak gehanteerd, waarbij de opbrengsten worden opgebouwd uit verschillende componenten: havengelden (bestaande uit landingsgelden, parkeergelden, passagiersgelden en overige gelden), emissiegelden, securitygelden en -heffingen, geluidsgelden en -heffingen, ATC-heffingen en passagiersbelastingen.

Voor een eerlijke vergelijking in de tijd en tussen luchthavens, wordt het prijsniveau voor elk jaar en voor elke luchthaven gebaseerd op dezelfde set verkeer. Dit zogenaamde ‘Schiphol pakket’ representeert 97,9 procent van het totale aantal vliegtuigbewegingen en 98,3 procent van het totaal aantal passagiers op Schiphol in 2019.