Het CPB analyseerde dat de lonen van hoger opgeleide bèta’s verhoudingsgewijs niet zijn toegenomen in recente jaren. Ook andere indicatoren – zoals het percentage moeilijk vervulbare vacatures – laten geen noemenswaardige verschillen zien tussen hoger opgeleide bèta’s en hoger opgeleide niet-bèta’s. Dit lijkt erop te wijzen dat bèta’s misschien wel schaars zijn, maar niet schaarser (geworden) dan niet-bèta’s. Aan de andere kant zijn er geluiden uit de samenleving over een toegenomen schaarste aan bètatechnici. Dit noemt het CPB de “bètapuzzel”. Het CPB opperde twee mogelijke verklaringen. Ten eerste is bij bèta’s wellicht meer dan bij niet-bèta’s sprake van een internationale arbeidsmarkt en worden de lonen niet in Nederland maar internationaal bepaald. Ten tweede bestaat er niet zoiets als dé bèta en is er op deelmarkten misschien wel sprake van loonstijgingen en grotere schaarste.

Om enige helderheid in de bètapuzzel te creëren, is in dit rapport onderzocht of indicatoren voor schaarste bij hoger opgeleide bèta’s afwijken van niet-bèta’s of vraag, aanbod en loonvorming wellicht anders op elkaar reageren op de arbeidsmarkt voor hoger opgeleide bèta’s dan op de arbeidsmarkt voor niet-bèta’s en of er tekorten zijn aan hoger opgeleide bèta’s in vergelijking tot niet-bèta’s en of die tekorten in de toekomst zijn te verwachten.