Het onderzoek
Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken heeft SEO Economisch Onderzoek een economische impact-analyse uitgevoerd van de toetreding van negen kandidaat-lidstaten tot de interne markt van de Europese Unie (EU). Dit betreft de Westelijke Balkanlanden (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië) en het ‘uitbreidingstrio’ (Oekraïne, Moldavië en Georgië). Het rapport analyseert vooral de impact op handelsrelaties en concurrentie, maar besteedt ook aandacht aan bredere beleidsimplicaties zoals de verwachte impact op arbeidsmigratie. Daarbij is onderzocht in welke mate de economieën van de kandidaat-lidstaten complementair zijn aan de huidige interne EU-markt en aan de Nederlandse economie, welke sectoren kansen of juist meer concurrentie kunnen verwachten, en welk beleid kan bijdragen aan het waarborgen van gelijke concurrentievoorwaarden. Tevens kijkt het rapport naar naar mogelijke verschuivingen in de inzet van arbeid en kapitaal. 

Methode
SEO heeft de effecten van toetreding geschat met behulp van ons eigen zwaartekrachtmodel (‘gravity model’) voor internationale handel. Daarnaast hebben we een kwalitatieve beoordeling gemaakt van de gevolgen voor productiefactoren en waardeketens. De analyse is aangevuld met data over handelspatronen, informatie over tarifaire en niet-tarifaire maatregelen, en bevindingen uit gesprekken met relevante stakeholders. 

Bevindingen
De handelsrelaties van Nederland met de kandidaat-lidstaten waren tot nog toe beperkt en werden vooral gedomineerd door Oekraïne en Servië. In 2023 bedroeg de totale handel van Nederland met de kandidaat-lidstaten 6,2 miljard euro; slechts 0,4 procent van de Nederlandse totale handel. Handelsbelemmeringen zijn nu reeds minimaal: tarieven liggen al zeer laag en niet-tarifaire maatregelen verdwijnen grotendeels bij toetreding, mits effectief geïmplementeerd. Handelspatronen wijzen op complementaire voordelen, met kansen in de agrofoodsector (Oekraïne, Moldavië en Georgië) en beperkte concurrentiedruk in sectoren als textiel, hout en mineralen. 

De modelresultaten tonen dat toetreding van alle negen landen leidt tot kleine maar positieve effecten voor de Nederlandse economie en de EU, maar deze bedragen over het algemeen niet meer dan een reële bbp-stijging van 0,01 procent. Deze welvaartswinst komt vrijwel volledig uit de landbouwsector, waar de handelswinst voor Nederland neerkomt op circa 0,1 procent van het reële bbp van die sector. Omdat landbouw een bescheiden deel van de Nederlandse economie vormt, blijft het macro-economische effect beperkt. Voor de kandidaat-landen zelf zijn de baten aanzienlijk groter, oplopend tot 1,7 procent van het bbp. Historische data en de ervaringen van andere landen wijzen erop dat de verwachte effecten op arbeidsmigratie naar Nederland bescheiden zullen zijn.