In de periode 2007 tot en met 2009 was er in Nederland sprake van een toenemend aantal Q-koortspatiënten. Om de Q-koortsepidemie onder controle te krijgen heeft de overheid allerlei maatregelen getroffen, zoals het vaccineren van dieren en hygiëne- en mestmaatregelen. Het aantal Q-koortspatiënten bleef echter stijgen, en de overheidsmaatregelen werden steeds strikter. Uiteindelijk werd eind december 2009 besloten om over te gaan tot het ruimen van alle drachtige geiten en schapen op besmette bedrijven.

De totale schade is naar schatting € 161 à  € 336 miljoen. De grootste schadepost is het verlies in kwaliteit van leven van zieke mensen. Dit bedraagt zo’n € 67 à  € 145 miljoen. Een andere grote kostenpost is het ziekteverzuim. Dat mensen niet konden werken vanwege ziekte heeft naar schatting € 12,5 à  € 96,5 miljoen gekost.

Het grootste deel van de schade komt terecht bij de maatschappij. Dit betreft allereerst het verlies in kwaliteit van leven van zieke mensen, maar ook de zorgkosten van patiënten. De zorgverzekeraars berekenen deze via de zorgpremie uiteindelijk door aan de maatschappij. Hiernaast had de overheid de meeste kosten, vanwege de kosten voor het ruimen van dieren en de compensaties voor boeren.