Dit rapport maakt gebruik van een internationaal handelsmodel om de effecten van het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Oekraïne op de Nederlandse economie te schatten. Het model voorspelt dat het vrijhandelsverdrag op de lange termijn de Nederlandse export naar Oekraïne bijna zal verdrievoudigen, terwijl de Nederlandse import uit Oekraïne bijna zal verdubbelen. Deze effecten zijn nog niet duidelijk te zien in de cijfers voor 2016. Het effect van het akkoord op de gehele Nederlandse economie is klein, maar positief in omvang.

Ondanks het feit dat het vrijhandelsverdrag (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement) tussen de EU en Oekraïne nog niet volledig is geratificeerd, is het per 1 januari 2016 reeds voorlopig in werking getreden. Dit rapport schat de effecten van dit vrijhandelsverdrag op de Nederlandse economie. Wij doen dit op basis van een analyse van recente handelsstromen en een internationaal handelsmodel. Dit laatste biedt ons inzicht in de te verwachten lange-termijneffecten voor de Nederlandse handel en het reële bruto binnenlands product (bbp).

De Nederlandse export naar Oekraïne daalde aanzienlijk tussen 2012-2015, maar steeg met 18% gedurende de eerste elf maanden van 2016. Hoewel dit herstel plaatsvond in het eerste jaar waarin het vrijhandelsverdrag voorlopig van kracht was, is het niet goed mogelijk om deze toename toe te schrijven aan het vrijhandelsverdrag. De exportgroei in 2016 was waarschijnlijk een ‘natuurlijk’ herstel na de scherpe exportdaling naar Oekraïne door de politieke onrust in 2014 en 2015. Dit herstel lijkt voornamelijk de export van voedsel, machines en transportmaterieel, en andere gefabriceerde goederen te betreffen.

Ook is het nog te vroeg om te stellen dat het vrijhandelsverdrag positief heeft bijgedragen aan de toename van Nederlandse import uit Oekraïne. Deze import bestaat op dit moment hoofdzakelijk uit producten als mais, zonnebloemzaad en -olie. Er is nog te weinig tijd verstreken sinds het vrijhandelsverdrag provisioneel van kracht werd om te kunnen concluderen dat het verdrag heeft bijgedragen aan deze opleving van de bilaterale handel tussen Nederland en Oekraïne. Daarbij is het in algemene zin lastig een inschatting van het effect te maken omdat de officiële importcijfers soms inconsistent blijken. Zo tellen sectorale importcijfers vanuit Oekraïne niet op tot het totale importcijfer vanuit Oekraïne. Ten slotte heeft zich de afgelopen jaren een sterke groei voorgedaan van voedselimport uit Oekraïne. Dit is een drijvende factor achter de totale hoogte van Nederlandse import uit Oekraïne die moeilijk kan worden toegeschreven aan het vrijhandelsverdrag.

Omdat de meest recente handelscijfers nog weinig zeggen over de effecten van het vrijhandelsverdrag, gebruiken wij een internationaal handelsmodel om de effecten van het verdrag op de lange termijn handel en inkomen in te schatten. Wij gebruik hiervoor een ‘zwaartekrachtmodel’. Dit model houdt niet alleen rekening met het ontstaan van nieuwe handel ten gevolge van het vrijhandelsverdrag (trade creation), maar ook met het feit dat handel hierdoor mogelijk verschuift van het ene naar het andere land (trade diversion). Met dit model schatten wij de effecten op de bilaterale handel tussen Nederland en Oekraïne, alsmede het effect op de totale Nederlandse handel en het reële bbp.

Het model voorspelt dat het vrijhandelsverdrag op de lange termijn een positief effect heeft op de bilaterale handel tussen Nederland en Oekraïne. De omvang van de Nederlandse export naar Oekraïne zal bijna verdrievoudigen, van €1,5 miljard tot €4,2 miljard. De omvang van de Nederlandse import uit Oekraïne zal bijna verdubbelen, van €0,7 miljard naar €1,3 miljard.

Het totale effect op de Nederlandse economie is ook positief, maar klein in omvang. Wanneer wij alle directe en indirecte handelseffecten van het vrijhandelsverdrag meenemen, voorspelt het model dat het Nederlandse bbp stijgt met €177 miljoen ten gevolge van het vrijhandelsverdrag. Dat is een groei van 0,03% ten opzichte van het bbp in 2015.

Enige voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van deze cijfers. Allereerst veronderstelt het model ‘normale’ omstandigheden en dat er buiten de invoering van het vrijhandelsverdrag geen andere veranderingen plaatsvinden. Deze aannames zijn niet noodzakelijk van toepassing op de handelsrelatie tussen de EU en Oekraïne. Ook de mate waarin de provisies in het vrijhandelsverdrag juridisch afdwingbaar zijn, is niet meegenomen in het onderzoek. Ten derde is de exacte omvang van het effect van het vrijhandelsverdrag lastig in te schatten. Het gebruikte model is statistisch van aard, waardoor er altijd enige onZekerheid rond de voorspellingen bestaat. Onze sensitiviteitsanalyses laten zien dat verschillende modelspecificaties leiden tot kwantitatief verschillende, maar kwalitatief vergelijkbare resultaten. Ten slotte doet dit onderzoek alleen uitspraken over de gevolgen van het vrijhandelsverdrag voor handel en bbp. Andere mogelijk positieve of negatieve effecten van het vrijhandelsverdrag zijn niet meegenomen in het onderzoek.