Resultaten
Het onderzoek bestaat uit twee delen: een evaluatie en een advies.

Uit de evaluatie komt naar voren dat de knelpunten waar het Techniekpact zich op richt zijn door de inzet van een zeer breed spectrum aan spelers op nationaal en regionaal niveau op een aantal punten verbeterd. Desondanks is het beeld dat een groot deel van de knelpunten uit 2013 ook nu nog geldt, zoals de instroom in het voortgezet onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De directe impact van het Techniekpact op de realisatie van de doelen is niet hard aan te tonen met effectmetingen en zal in de praktijk gering zijn. Indirect zien de betrokken partijen de waarde van het Techniekpact. Het commitment van de drie ministeries en de gezamenlijke aanpak vanuit het nationale beleid en met de regio’s wordt gezien als meerwaarde. Zonder het Techniekpact zou het volgens betrokkenen veel moeilijker zijn geweest om de knelpunten goed te agenderen en krachten te bundelen. De doelmatigheid van de netwerkaanpak van het Techniekpact is niet hard vast te stellen. Aangezien er nauwelijks sprake is van direct subsidiegeld of financiering van het Techniekpact is de doelmatigheid van de in de netwerkaanpak bestede middelen niet te meten. Feitelijk gaat om een kleine miljoen euro per jaar voor de netwerkaanpak en de ‘branding’ van het Techniekpact om iedereen aan een gezamenlijke uitdaging te laten werken. Versnippering van activiteiten geeft aanleiding om aan te nemen dat de efficiëntie verbeterd kan worden.

Op basis van de evaluatie van interventies, een uitgebreide literatuurstudie, interviews met betrokkenen en experts en een internationale casestudie formuleren we drie adviezen.

  1. Baken het Techniekpact en het landelijk instrumentarium duidelijk af en dring de wildgroei van initiatieven terug. Creëer een duidelijke structuur van experimenteren en opschalen, verbonden aan monitoring, evaluatie maar vooral lerend vermogen. Voer als ministeries enkele onderzoeken per jaar uit om onzekerheden en onduidelijkheden op te helderen.
  2. Het Techniekpact kan worden doorgezet om gemaakte investeringen op alle niveaus niet te verliezen, maar dient wel aangescherpt te worden en van nieuwe energie te worden voorzien. Technologie moet daarbij minder als doel en meer als middel worden gezien. Door het Techniekpact ook in te zetten voor verhoogde aandacht voor technologie in niet-technische opleidingen (denk bijvoorbeeld aan de rol van data in de zorg) kan beter  ingesprongen worden op de vraag uit de markt.
  3. Scherp het doel van de landelijke regiegroep aan, ook in relatie tot het liaisonoverleg. Samenwerking tussen ministeries dient te worden versterkt, sterker te worden uitgedragen en verankerd in een coherent en gestroomlijnd (financieel) pakket van maatregelen en aansturing van Techniekpact. Subsidiariteit moet goed worden belegd in samenspraak met alle overheidslagen op het landelijk en regionaal niveau. Op landsdeelniveau moet worden aangestuurd op professionaliteit en de publiek-private samenwerking moet worden opgeschaald door te streven naar hechte communities binnen de landsdelen van grotere groepen bedrijven en kennisinstellingen.

Het onderzoek
In deze studie ligt de nadruk op het in kaart brengen van de knelpunten, de bijdrage van interventies aan de doelrealisatie, de bijdrage van de publiek-private netwerkaanpak alsmede de doeltreffendheid en doelmatigheid van de aanpak van het Techniekpact. In het advies wordt vanuit verschillende invalshoeken vooruitgeblikt op de toekomstige rol van het Techniekpact, met aandacht voor de rol van de overheid voor het vraagstuk van tekorten aan technicien een advies over de toekomst van het Techniekpact.

Gebruikte methode
Er zijn verschillende onderzoeksmethoden toegepast om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Het onderzoek bestaat uit (i) een literatuurstudie, (ii) de resultaten van een serie diepte-interviews, (iii) internationale case studies en (iv) het presenteren van cijfers en onderzoeksresultaten over de periode vanaf 2013.