Publicatie
Implementatiemonitor Nationaal Programma Onderwijs. Vierde meting in het funderend onderwijs
Belangrijkste resultaten
Uitvoering van de plannen
Bij de meerderheid van de scholen is het (zeer) goed gelukt om de plannen die in het kader van het NP Onderwijs zijn gemaakt voor het schooljaar 2022-2023 tot uitvoering te brengen: in het po bij 69 procent van de ondervraagde scholen, in het vo bij 74 procent en in het (v)so bij 70 procent. In alle drie onderwijssectoren vormen de uitval of fysieke afwezigheid van personeel en/of leerlingen en de werkdruk bij het personeel de twee grootste belemmeringen bij de uitvoering van de interventies in het kader van het NP Onderwijs.
Monitoren en vaststellen van effecten
Het overgrote deel van de scholen maakt voor het monitoren van de effecten op leerprestaties gebruik van gegevens uit hun leerlingvolgsysteem en/of van uitvraag onder leraren. Voor het monitoren van de effecten op het welbevinden van leerlingen benutten de meeste scholen vragenlijsten onder leerlingen en/of een uitvraag onder leraren. Vooral schoolleiders in het po zeggen (zeer) goed zicht te hebben op de effecten van de ingezette interventies op de leerprestaties en het welbevinden van leerlingen.
Duurzame borging van interventies
Het merendeel van de schoolleiders zegt aan duurzame borging van de interventies te werken. In alle sectoren wordt hieraan veelal vormgegeven door (enkele) interventies (eventueel aangepast) onderdeel te maken van de reguliere manier van werken. Daarnaast zorgen veel scholen ervoor dat medewerkers geschoold zijn om daarmee de opgedane kennis te behouden.
Het onderzoek
Via het Nationaal Programma Onderwijs is € 5,8 miljard aan het funderend onderwijs beschikbaar gesteld om scholen in staat te stellen om de door corona veroorzaakte leervertragingen in te halen en te werken aan het welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Dit verdiepende implementatieonderzoek is bedoeld om de Tweede kamer gedurende het verloop van het programma te informeren en om zo nodig tussentijd te kunnen bijsturen. Het onderzoek bestaat uit een aantal enquêtes en kwalitatieve studies onder scholen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en gemeenten. Het heeft tot doel na te gaan wat de stand van zaken is met betrekking tot de vormgeving en uitvoering van de interventies, welke partijen hierbij betrokken zijn, wat wel en niet goed gaat en wat (volgens het oordeel van betrokkenen) de resultaten zijn van het programma. Dit rapport bevat de resultaten van de vierde (tussentijdse) meting.
Gebruikte methode
In de periode februari – maart 2023 is inmiddels de vierde meting gehouden van de implementatiemonitor, waarbij schoolleiders en gemeenten via digitale vragenlijsten zijn bevraagd. Alle scholen in het funderend onderwijs en alle gemeenten zijn uitgenodigd om deel te nemen. Dit heeft geresulteerd in een netto respons van 4.198 schoolleiders (49 procent) en 131 gemeenten (36 procent).
Publicatie gegevens
Heeft u vragen over deze publicatie?
Neem contact op met Emina van den Berg via telefoon of mail. Zij zal zo spoedig mogelijk reageren op uw vragen.
Emina van den Berg
"*" indicates required fields