Deze drie verschillen zouden de komende kabinetsperiode kunnen worden opgeheven. Dit rapport beschrijft de kosten en baten die hiermee zijn gemoeid voor de overheid als werkgever en als wetgever. Daarbij vormt het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) ‘Buitengewoon Normaal’ uit 2005 het uitgangspunt.

Bij de ‘invulling’ van de harmonisatie is verondersteld dat er overigens zo weinig mogelijk verandert: de materiële arbeidsvoorwaarden blijven gelijk en de overheid blijft zelf het WW-risico dragen. Het is denkbaar dat harmonisatie ertoe leidt dat in geval van arbeidsconflicten werknemers van de overheid vaker of juist minder vaak worden ontslagen. Dit kan invloed hebben op de (arbeids)productiviteit en op de personeelskosten. Ook kunnen er effecten zijn op het imago van de overheid als werkgever. Omdat dergelijke effecten zich lastig laten inschatten in een beknopte kosten-batenanalyse, blijven zij in dit rapport buiten beschouwing. Ook mogelijke effecten op belastinginkomsten of WW uitgaven worden niet in kaart gebracht. Omdat er bij verschillende kosten en baten onZekerheid bestaat over de omvang, zijn drie verschillende scenario’s uitgewerkt. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat een belangrijk deel van de kosten opgevangen kan worden binnen de huidige formatie.

De kosten van harmonisatie zijn eenmalig en liggen tussen € 76 en 245 miljoen. Dit betreft met name opleidingen en administratieve organisatie (zie tabel). Het rendement kan mogelijk worden verbeterd door deze kosten te beheersen. De baten zijn structureel van karakter en bedragen € 5,0 tot 7,6 miljoen per jaar. Deze baten bestaan uit besparingen bij de rechtspraak en besparingen door deregulering. De terugverdientijd van de aanvankelijke investering varieert tussen 10 en 50 jaar, met 23 jaar als meest waarschijnlijke waarde.