Het onderzoek
Recente ontwikkelingen in Oekraïne en Afghanistan maken het vraagstuk rondom nieuwkomers in het onderwijs urgent. SEO en Kohnstamm Instituut onderzochten in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) welke groepen leerlingen naar Nederland migreren, wat hun onderwijsbehoeften zijn en hoe het nieuwkomersonderwijs is georganiseerd. Vanuit het onderwijsveld is aangegeven dat de definitie van nieuwkomers die DUO hanteert ten behoeve van de bekostiging ontoereikend is. Er zijn groepen nieuwkomers die ook extra ondersteuning nodig hebben. In dit onderzoek is daarom een ruimere definitie van nieuwkomer gehanteerd. Het onderzoek is grotendeels uitgevoerd voordat de oorlog in Oekraïne is uitgebroken. De recente toestroom van kinderen uit Oekraïne is daarom niet zichtbaar in dit rapport.

Resultaten
Er zijn (op 1 oktober 2020) ongeveer 54.000 nieuwkomersleerlingen die maximaal drie jaar in Nederland wonen. Binnen de genoemde groep nieuwkomers zijn er kinderen mét de Nederlandse nationaliteit en zonder de Nederlandse nationaliteit. De grootste groep nieuwkomersleerlingen, 62%, heeft geen Nederlandse nationaliteit. De meeste van hen komen uit Syrië of Eritrea. Veel van de andere nieuwkomers hebben een Europese nationaliteit, met name een Poolse of een Bulgaarse. Het onderwijsaanbod op nieuwkomersscholen wordt gekenmerkt door Nederlands taalonderwijs, met aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling en kleine groepen. In het vo is het onderwijsaanbod op nieuwkomersscholen vooral gericht op lagere en beroepsgerichte onderwijsniveaus. Nieuwkomers starten niet altijd in een nieuwkomersvoorziening, 44 procent die recent in Nederland zijn aangekomen zit op een reguliere basisschool, 37 procent op en reguliere middelbare school. Knelpunten van onderwijs aan nieuwkomers op reguliere scholen is een gebrek aan kennis van tweedetaalverwerving en te weinig begeleiding. Ook worden capaciteiten te laag ingeschat doordat slechte taalbeheersing wordt verward met lage capaciteiten.

Methoden
Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, interviews met experts, analyse van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), een enquête onder samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs en interviews met leraren, leerlingen en ouders op verschillende soorten nieuwkomersscholen en reguliere scholen waar nieuwkomers naar doorstromen.