Resultaten
Vanuit de klimaat- en atmosfeerwetenschap is er geen unieke en objectieve correcte ratio tussen niet-CO2 en CO2 effecten (climate metrics) vast te stellen. Zo bepaalt de keuze van de tijdshorizon voor een groot deel de verhouding tussen niet-CO2 en CO2 effecten, waarbij een kortere tijdshorizon een hoger gewicht geeft aan de niet-CO2 effecten. De luchtvaartgerelateerde niet-CO2 emissies kennen een grote parametrische onzekerheid vanwege de complexe samenhang tussen de emissies en omstandigheden op het moment van de uitstoot van de broeikasgassen.

Gegeven het gebruik van de preventiekostenmethode in Nederland dient er binnen de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) één efficiënte prijs voor klimaateffecten gebruikt te worden, ongeacht de onderliggende broeikasgassen. Voor verdere consistentie tussen de MKBA en de inschatting van de klimaateffecten bevelen we aan om voor de climate metric een tijdshorizon van 100 jaar toe te passen. Het hanteren van een bandbreedte rondom de gebruikte wegingsfactor is momenteel nog een adequate manier om de parametrische onzekerheid mee te nemen in de MKBA. Mocht meer gedetailleerde informatie, bijvoorbeeld op vluchtniveau, beschikbaar komen dient deze bandbreedte daar ook op te worden toegepast.

Onderzoek
Tegen de achtergrond van de toenemende kennis over de niet-CO2 klimaateffecten van luchtvaart en het belang van de klimaateffecten in luchtvaartspecifieke maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s), evalueren we in deze studie in hoeverre de huidige werkwijzer luchtvaartspecifieke MKBA’s op dit terrein nog aansluit bij de wetenschappelijke kennisbasis. We kijken hierbij, onder andere, naar de aanbeveling om een constante verhouding (wegingsfactor) tussen CO2 en niet-CO2 effecten te hanteren, het toepassen van één prijs voor de gezamenlijke effecten, en op welke manier een MKBA recht kan doen aan de huidige kennisonzekerheid rondom niet-CO2 klimaateffecten. Deze studie kijkt naar de onderliggende methoden en veronderstellingen, maar beoordeelt niet de cijfermatige invulling van, bijvoorbeeld, de prijs of wegingsfactor.

Methode
In de studie komen een vijftal onderzoeksvragen aan bod. Deze gaan over de huidige inzichten over de wegingsfactoren tussen de verschillende broeikasgassen, de vraag in hoeverre separate prijzen gehanteerd kunnen worden, welke informatie beschikbaar is voor de monetaire waardering van niet-CO2 klimaateffecten, wat de best passende waarderingsmethoden zijn en op welke wijze er met parametrische onzekerheid rekening gehouden dient te worden. Om deze vragen te beantwoorden, maken we gebruik van deskresearch en economische theorie. Daarnaast hebben we meerdere gesprekken georganiseerd met verschillende experts -waaronder klimaatexperts, economen en luchtvaartdeskundigen- om onze bevindingen vanuit de literatuur en economische wetenschap te toetsen.

Het rapport is enkel beschikbaar in het Engels met een Nederlandstalige samenvatting.