Resultaten
De eilanden Saba en St. Eustatius zijn volledig afhankelijk van lucht- en zeevervoer. Het aanbod van luchtvervoer is onrendabel als gevolg van lage, directionele en seizoensgebonden variaties in de vraag. Daarmee voldoet de situatie op de Bovenwindse Eilanden aan de belangrijkste kenmerken om een PSO in te stellen. Het huidige niveau van ticketprijzen op de Bovenwindse Eilanden ligt ongeveer een factor vier hoger in vergelijking met gesubsidieerde routes waarvoor wel een PSO is ingesteld, bijvoorbeeld door andere Europese lidstaten. Het instellen van een PSO waarin de (minimale en maximale) frequentie varieert tussen de twee en vijf dagelijkse vluchten, uit te voeren met 16 stoelen per vlucht en een gemaximeerde ticketprijs tussen de $40 en $85 zal naar verwachting resulteren in een stijging van het consumentensurplus van $2,2 tot $5,5 miljoen per jaar  bij een jaarlijkse subsidiebijdrage van de overheid gelijk aan $3,8 miljoen en maximaal $7,6 miljoen. Bij de afweging van de verschillende eisen in de PSO is de samenhang tussen een lagere ticketprijs (subsidie) en de te stellen frequentie belangrijk. Bij een lage ticketprijs voor een laag gesubsidieerd aanbod ontstaat namelijk het probleem van niet-geaccommodeerde vraag. Niet-geaccommodeerde vraag met een gemaximeerde ticketprijs is niet efficiënt vanuit maatschappelijk perspectief.

Het onderzoek
De overheid verkent de mogelijkheden tot het instellen van een openbaredienstverplichting (PSO) voor de routes Saba-St. Maarten en St. Eustatius- St. Maarten. Een PSO biedt de overheid de mogelijkheid om het aanbod te borgen inzake continuïteit, regelmaat, prijzen en/of minimumcapaciteit. SEO heeft door middel van twee analyses deze verkenning uitgevoerd en zo het effect van het instellen van een PSO in kaart gebracht. Door middel van zes scenario’s – nulscenario en vijf alternatieven – laat dit onderzoek zien welk aanbod tot stand komt, welke bedrijfsmatige kosten om dit aanbod te realiseren gemaakt zullen worden door te selecteren luchtvaartmaatschappij(en), tot welk subsidiebedrag per te vervoeren passagier dit leidt, hoeveel passagiersbewegingen dit oplevert en tegen welke overheidskosten deze PSO ingesteld kan worden. De zes scenario’s variëren in op te leggen frequentie, stoelcapaciteit, gemaximeerde ticketprijzen en brandstoftype. De variatie in de scenario’s is gebaseerd op de kennis uit bestaande PSO’s in andere Europese lidstaten, de bestedingen van overheid en inwoners aan connectiviteit (openbaar vervoer) in Nederland en houdt rekening met de potentiële marktvraag.

Gebruikte methode
Het onderzoek is gebaseerd op deskresearch en gesprekken met betrokkenen. Op basis van de verkregen data is met een vraag-en aanbodmodel voor verschillende scenario’s met verschillende eisen aan het PSO-pakket doorgerekend welk aanbod tegen welke prijs ontstaat.