Startrapportage werkagenda & stagepact: Prioriteit 2 Overgang onderwijs-arbeidsmarkt

Het onderzoek
De landelijke Werkagenda mbo 2024-2027 en het Stagepact MBO 2023-2027 hebben als doel het mbo te versterken. Speerpunten zijn het bevorderen van kansengelijkheid, het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het innoveren van het onderwijs. Voor het ministerie van Onderwijs monitort SEO Economisch Onderzoek in samenwerking met Oberon en Dialogic het tweede speerpunt, het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, met daarin speciale aandacht voor het Stagepact. Dit rapport dient als startpunt voor het meten van de voortgang van de doelstellingen van de Werkagenda en het Stagepact.

Resultaten
Voor elk van de doelstellingen uit de Werkagenda en het Stagepact geldt dat deze zijn geoperationaliseerd naar specifieke indicatoren. Nog niet alle gegevens zijn beschikbaar, waardoor op sommige vlakken nog geen conclusies getrokken kunnen worden over de stand van zaken of de ontwikkeling. Op basis van de gegevens in deze startmeting komen we tot de volgende observaties:

• Hoewel de instroom in het mbo als geheel daalt, geldt dat niet zo voor specifieke groepen. Kleine beroepscolleges krijgen meer instroom, en de bbl neemt als aandeel van de instroom toe.
• Er zijn grote verschillen tussen instellingen wat betreft de arbeidsmarktperspectieven van hun studenten. Dat kan met vele factoren samenhangen, waaronder het opleidingsaanbod (richtingen, bol/bbl, niveaus).
• Voor de afspraken uit het Stagepact lijkt vooral werk aan de winkel wat betreft het verbeteren van de stagebegeleiding en stagevergoedingen. De tevredenheid van studenten over de begeleiding vanuit school is veel lager dan de tevredenheid over de begeleiding vanuit het leerbedrijf, en voor géén één instelling geldt dat een meerderheid van de studenten tevreden is. In maar tien procent van de cao’s zijn afspraken gemaakt over stagevergoedingen voor bol-studenten en 41 procent van de bol-studenten ontvangt een stagevergoeding.
• De instroom in kansrijke beroepen, studiesucces, stagediscriminatie en (maatwerk) bij- en omscholing zijn nog niet goed in beeld.

Methoden
In deze startmeting is in de literatuur gekeken wat er bekend is over de indicatoren van de onderzochte thema’s. Daarnaast is data verzameld over de indicatoren, met aandacht voor verschillen tussen instellingen. Daarbij zijn verschillende bronnen gebruikt, zoals de onderwijsregistraties van DUO, de JOB-monitor, gegevens en onderzoeken van het CBS en gegevens van SBB.