Resultaten
Hbo- en wo-afgestudeerden die tijdens de coronapandemie de arbeidsmarkt opkwamen (afstudeercohort 2019-2020) hebben beperkt hinder ondervonden van de pandemie. De meest recente groep starters heeft net als de vorige lichtingen starters een sterke startpositie op de arbeidsmarkt. De groei in de startsalarissen van hbo- en wo-afgestudeerden circa één jaar na afstuderen (september 2021) is voor het afstudeercohort 2019-2020 wel gestagneerd. Daarnaast is de duur tot een substantiële baan voor afstudeerders tussen september 2019 en augustus 2020 gelijk gebleven. De mate waarin afgestudeerden één jaar na afstuderen een vast dienstverband hebben, is bij hbo-afgestudeerden gelijk gebleven en bij wo-afgestudeerden licht gedaald.

Het salaris, de duur tot een substantiële baan en de kans op een vast dienstverband verschillen sterk per gevolgde opleiding. Afgestudeerden van lerarenopleidingen en technische opleidingen vinden het snelst een substantiële baan. Afgestudeerden Verloskunde en Maritiem Officier (hbo) en Tandheelkunde en Geneeskunde (wo) verdienen het meest, gevolgd door Mondzorgkunde, Verpleegkunde en Fysiotherapie (hbo) en Diergeneeskunde en Econometrie (wo).

Persoonskenmerken hangen in mindere mate samen met de startpositie van afgestudeerde hbo’ers en wo’ers dan de gevolgde opleiding. Toch pakt de overgang naar de arbeidsmarkt voor bepaalde groepen afgestudeerden gunstiger uit. Zo vinden oudere afgestudeerden, uitwonende afgestudeerden en afgestudeerden met relevante werkervaring eerder een substantiële baan en hebben zij een hoger startsalaris.

Het onderzoek
Studie & Werk 2022 baseert zich op de arbeidsmarktpositie één jaar na afstuderen van het cohort dat afstudeerde in 2019-2020 en de arbeidsmarktpositie tien jaar na afstuderen van het cohort dat afstudeerde in 2010-2011. De arbeidsmarktpositie wordt onderzocht aan de hand van drie pijlers: het startsalaris, de duur tot een baan van substantiële omvang en salaris en de kans op een vast contract. Het onderzoek bestaat uit drie delen: 1) een beschrijving van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleiden, 2) een analyse van opleidingsverschillen in de arbeidsmarktpositie en 3) een analyse van de samenhang tussen de arbeidsmarktpositie en individuele en opleidingskenmerken.

Methode
Het onderzoek gebruikt integrale gegevens over afgestudeerden aan hbo- en wo-opleidingen via de Microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door het integrale karakter van de CBS Microdata geeft Studie & Werk een compleet beeld van de arbeidsmarktpositie van alle afgestudeerden in Nederland. Op deze gegevens worden statistische en econometrische analyses uitgevoerd om verschillen nader te analyseren.