Resultaten
Dit onderzoek stelt de bijstandsbudgetten voor gemeenten voor 2021 vast. De specificatie van het model wijzigt niet ten opzichte van model 2020. Binnen enkele kenmerken vinden wenselijke of noodzakelijke wijzigingen plaats. Zo is het mogelijk om vanaf model 2021 ook gegevens over zorgkosten van volmachtsverzekerden te gebruiken (ongeveer vijf procent van de verzekerden). Voor het kenmerk ‘buurt waar werken niet de norm is’ waren de brongegevens van UWV over niet-werkende werkzoekenden niet langer beschikbaar. Om die reden is overgestapt op CBS microdata over uitkeringsontvangst. De gevolgen van het onderhoud op de budgetaandelen zijn relatief beperkt.

Het gemiddelde herverdeeleffect van model 2021 is iets lager dan die van model 2020. De budgetmutaties tussen 2020 en 2021 zijn over het algemeen beperkt. De budgetaandelen stijgen met name voor gemeenten in Noord-Nederland en Limburg.

Het onderzoek
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt met een objectief verdeelmodel om de noodzakelijke bijstandsuitgaven in te schatten. Het ministerie heeft SEO gevraagd om de bijstandsbudgetten voor 2021 vast te stellen op basis van zo actueel mogelijke gegevens.

Gebruikte methode
Het objectieve verdeelmodel bestaat uit twee delen: de ontvangst van een uitkering (volumecomponent) en de hoogte van de uitkering (prijscomponent). De volumecomponent schat de kans op bijstand van een huishouden in op basis van objectieve factoren zoals huishoudenssamenstelling, leeftijd, herkomst en woonsituatie. De prijscomponent schat per huishouden de uitgekeerde fractie van het wettelijk normbedrag in op basis van objectieve factoren en vermenigvuldigt dit met het wettelijk normbedrag voor het huishouden. Dit geeft de voorspelde hoogte van de uitkering. Een voorspeld budget per huishouden resulteert door kans op bijstand te vermenigvuldigen met de voorspelde hoogte van de uitkering. Deze budgetten zijn opgeteld over de huishoudens binnen een gemeente om tot het voorspelde (objectief) budgetaandeel voor die gemeente te komen. Dit budgetaandeel is ten slotte vermenigvuldigd met het beschikbare macrobudget voor 2021. Het uiteindelijke gemeentelijke budget bestaat – afhankelijk van de gemeentegrootte – deels uit dit objectieve aandeel, en deels uit een aandeel gebaseerd op historische uitgaven.

Model 2021 schat de gewichten voor de volume- en prijscomponent in op basis van gegevens met peildatum begin januari 2018. Voor de budgetverdeling worden die gewichten toegepast op zo actueel mogelijke gegevens, namelijk met peildatum ultimo 2019.