Resultaten
Het verloop van de pilots
Scholen willen leerlingen graag kansen bieden om op de juiste plek terecht te komen en te slagen. Voor deelname aan de onderbouwklas is er veelal een vorm van selectie, via (combinaties van) hardere en zachtere criteria. Het gaat vaak om leerlingen die het niveau cognitief aankunnen en meer leerkrachtnabijheid nodig hebben om de overstap naar het vmbo te kunnen maken.

Een wezenlijk element in de onderbouwklas is om een goede balans te vinden en de leerling vanuit de pro-setting, denkend vanuit de voorwaarden die nodig zijn om te slagen op het vmbo, voor te bereiden. De leerling vormt daarbij de maat der dingen. Soms kunnen leerlingen de lesstof van het vmbo wel aan, maar voelen ze zich beter in hun element op de kleinschalige setting van een pro-school. Niet zelden kiezen leerlingen en ouders gedurende de pilot daarom toch voor het pro.

Er lijkt een tendens naar een kortere duur van de onderbouwklas. Daarmee zijn er niet alleen leerlingen die de overstap maken naar de bovenbouw van het vmbo, maar ook leerlingen die al tijdens de onderbouw de overstap maken naar vmbo leerjaar 1 of 2. Er wordt tegelijkertijd nagedacht over hoe tegemoet te komen aan leerlingen die de overstap naar het vmbo niet maken, bijvoorbeeld door deze leerlingen versneld in de entreeroute te plaatsen. Al met al ontstaat er op deze manier steeds meer maatwerk, waarbij helder is dat succes méér is dan ‘zo hoog mogelijk ’komen. Door de samenwerking worden de schotten tussen pro en vmbo minder hard, ook in de hoofden van docenten. De pilot bevordert wederzijds leren en pilotscholen staan open voor leren van elkaar.

Onderwijsloopbaan
De instroom in de pilot kent een vrij constant verloop van circa 300 leerlingen per jaar. Iets meer dan de helft van de leerlingen zit twee jaar in de onderbouwklas. Na het eerste jaar stroomt ongeveer 10 procent door naar het vmbo, na twee jaar is dat toegenomen tot 32 procent.

Het onderzoek
Tot het voorjaar van 2024 wordt de pilot onderbouwklas pro-vmbo gemonitord en geëvalueerd. De pilot maakt het tijdelijk en formeel mogelijk voor pro- en vmbo-scholen om samen onderwijs te verzorgen voor leerlingen waarover twijfel bestaat wat de juiste plek voor hen is: pro of vmbo met leerwegondersteuning (lwoo). Doel van de monitor en evaluatie is om in kaart te brengen hoe de pilot wordt vormgegeven en na te gaan of deze vorm van maatwerk leidt tot een betere plek en meer kansen voor leerlingen op het snijvlak pro/vmbo.

Gebruikte methode
De monitor wordt vormgegeven door interviews met betrokken bij de pilot en door een inventarisatie van de schoolloopbaan van de pilotleerlingen. Voor dit tussenrapport zijn benut:

  • Tranche 1: twee jaarlijks opvolgende interviews met de deelnemende pro-scholen, een eerste gegevensuitvraag van de onderwijsloopbaan van de deelnemende pilotleerlingen en interviews met de samenwerkende vmbo-partners.
  • Tranche 2: een eerste reeks interviews de betreffende pro-scholen.