De Nederlandse arbeidsmarkt is historisch krap. Arjan Heyma en Bas ter Weel hebben de feiten over krapte op een rij gezet. Een deel van de krapte is conjunctureel bepaald. Ondanks de coronapandemie is het hoogconjunctuur in Nederland. Dit leidt tot een hogere vraag dan het aanbod lijkt te kunnen bijbenen. Een ander deel van de krapte wordt veroorzaakt door de hoge vraag die we zelf genereren, met name de publieke sector. Investeringen in woningen, duurzaamheid en digitalisering wakkeren de vraag naar arbeid verder aan. Ten slotte is er een structurele component als gevolg van vergrijzing. Hierdoor neemt de vervangingsvraag de komende jaren toe.

Oplossingen kunnen worden gevonden in het stimuleren van technologische ontwikkeling, waardoor meer kapitaal beschikbaar komt dat werkenden ondersteunt in hun werkzaamheden en de productiviteitsgroei laat toenemen. Het stimuleren van het arbeidsaanbod is ook van belang, omdat er nog steeds een grote groep mensen aan de kant staat. Prikkels voor scholing en werk zijn effectieve manieren om het aanbod fitter te maken. Het aanbod kan ook vergroot worden door middel van migratie. Ten slotte moeten lonen meegroeien met de vraag. Hierdoor worden meer mensen geprikkeld aan de slag te gaan of meer uren te maken en leidt het tot een efficiƫntere manier van arbeidsinzet. Alternatieven die minder aantrekkelijk zijn bestaan uit het uitstellen van productie of het leveren van minder hoge kwaliteit. Ook kan een deel van de productie naar het buitenland worden verplaatst.