Resultaten
Regionale samenstelling en organisatie
In totaal zijn er 78 STO-regio’s gevormd, waarvan er 71 inmiddels goedkeuring hebben gekregen en mogen starten met het uitvoeren van hun plannen. Qua samenstelling vertonen de regio’s een grote variëteit in aantal en soort partners. De regio’s besteden elk tussen € 1 miljoen en ruim € 22 miljoen. Het bedrijfsleven heeft daarvan gemiddeld per regio 13 procent ingelegd als cofinanciering. Ten aanzien van de uitvoering van de plannen hebben alle regio’s een vaak nieuwe projectstructuur opgezet.

Regionale urgentie
In de regiovisie geeft de regio een beeld van de regionale situatie. Er zijn regio’s met knelpunten die binnen het onderwijs liggen, maar ook regio’s die hun ambities voornamelijk motiveren vanuit de kwalitatieve en kwantitatieve knelpunten op de regionale arbeidsmarkt. Uit de regiovisies is lastig op te maken in hoeverre de beschreven zaken daadwerkelijk als knelpunten gevoeld worden in de regio en de gedeelde urgentie inderdaad leidt tot effectieve en duurzame samenwerking.

Regionale activiteiten
De meeste plannen omvatten een omvangrijke en ambitieuze reeks activiteiten. De gekozen activiteiten vertonen veel overeenkomsten. Een groot deel van de activiteiten is gericht op het bevorderen van de instroom in techniekopleidingen en het verbeteren van de kwaliteit en actualiteit van het techniekonderwijs. Bij de beschrijving van de plannen is van belang dat veel plannen nog in belangrijke mate intenties bevatten. Bij de concrete uitwerking en uitvoering kunnen plannen naar verwachting nog veranderen qua inhoud, richting en zwaartepunt.

Het onderzoek
In de periode 2018-2023 wordt in totaal €500 miljoen geïnvesteerd om het technisch vmbo in heel Nederland te versterken onder de noemer Sterk Techniekonderwijs (STO). STO wordt van oktober 2018 tot december 2024 gemonitord en geëvalueerd door een consortium van onderzoeksinstituten. In dit monitor- en evaluatieonderzoek wordt de invulling en de werking van STO in beeld gebracht en gevolgd. Nagegaan wordt welke plannen gemaakt worden, hoe in die plannen de begrippen dekkend, duurzaam en kwalitatief goed technisch vmbo-aanbod worden ingevuld, hoe vervolgens de transitie in de praktijk verloopt én tot welke, regionale en landelijke, resultaten dat leidt. Er wordt daarbij expliciet gekeken naar wat werkt, voor wie, onder welke omstandigheden en hoe.

De goedgekeurde plannen vormen een belangrijk onderdeel van de monitor en evaluatie van STO. Ze geven immers aan hoe regio’s invulling willen geven aan de versterking van het techniekonderwijs. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met het feit dat de plannen mogelijk nader uitgewerkt, aangepast en/of aangevuld worden, dan wel in de praktijk een (deels) andere invulling krijgen. In de loop van de monitor worden daarom de feitelijke planvoering en de opbrengsten daarvan geanalyseerd via onder andere casestudies.

Gebruikte methode
Op basis van een inhoudsanalyse van de plannen is een eerste stap gezet in het beschrijven van de belangrijkste doelen, de eventuele focus in de aanpak, de regionale projectorganisatie en de voorgenomen activiteiten in regio’s. Hiertoe zijn alle goedgekeurde plannen bestudeerd en samengevat op basis van veelal korte kwalitatieve beschrijvingen van de volgende kenmerken:

  • Regionale samenstelling en organisatie: het aantal en soort partners, de subsidiebedragen en cofinanciering, de inzet van de middelen en de bestuurlijke en projectorganisatie;
  • Regionale urgentie: het aantal leerlingen in de techniek, leerlingenaantallen krimp, docententekort, aanleiding en doelen;
  • Regionale invulling: interventies ten aanzien van duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand techniekonderwijs. Vervolgens is er een overall analyse gemaakt van de 71 goedgekeurde plannen die een grofmazig beeld schetst per kenmerk.