Resultaten
De Associate degree (Ad) is een tweejarige hbo-opleiding die qua niveau tussen mbo-4 en hbo-bachelor valt. Dit type opleidingen is in 2006 geïntroduceerd als pilot, waarbij het programma onderdeel was van een hbo-bacheloropleiding. Sinds 1 januari 2018 heeft de Ad een zelfstandige positie gekregen in het hoger onderwijs via de Wet invoering Associate degree-opleidingen. Deze verzelfstandiging heeft als doel om de Ad een aantrekkelijker profiel te geven voor zowel mbo-4-afgestudeerden als werkenden die zich willen op- of bijscholen.

Hieronder staat de belangrijkste uitkomsten van onze meerjarige monitor (2018-2022) die is uitgevoerd na de verzelfstandiging van de Ad per 1 januari 2018.

Het onderwijsaanbod en de vraag groeien door

De nieuwe status van de Ad sinds januari 2018 heeft voor een impuls gezorgd in het aanbod. In 2020-2021 werden in totaal 325 Ad-opleidingen aangeboden, in 2018-2019 waren dat er nog 280. Ad-opleidingen worden aangeboden in publiek bekostigde vorm en in private vorm. De afgelopen drie jaar zat de groei met name bij de publiek bekostigde Ad-opleidingen. Ook het aantal instromende Ad-studenten is gegroeid, met name door relatief meer voltijd en deeltijd Ad-studenten bij publiek bekostigde aanbieders.

De aantrekkingskracht en tevredenheid scoren nog steeds goed

De Ad trekt nog steeds aan vanwege de relatief korte opleidingsduur en de doorstroommogelijkheid naar de hbo-bachelor. Dat laatste blijkt ongeveer 30 procent van de alumni van publiek bekostigde Ad-opleidingen ook daadwerkelijk te doen. Het merendeel van de Ad-studenten is tevreden of zeer tevreden met hun opleiding in het algemeen, wat tot uiting komt in een gemiddeld rapportcijfer van rond de 7. Publiek bekostigde Ad-opleidingen scoren net iets beter dan private Ad-opleidingen. Vooral de inhoud, praktijkgerichtheid en de opgedane vaardigheden voor de beroepspraktijk worden goed gewaardeerd. Minder tevreden zijn Ad-studenten over de organisatie en studielast. De diepgang van de opleiding lijkt een mogelijk verbeterpunt. Desondanks geven de meeste Ad-studenten en Ad-alumni aan wederom voor een Ad-opleiding te kiezen, mochten ze opnieuw voor die keuze staan.

Verschillen in arbeidsmarktpositie tussen voltijd en deeltijd/duale Ad-alumni

Van degenen die niet verder studeren na de Ad (circa 70 procent), werkt het overgrote deel. Op de arbeidsmarkt zijn verschillen waargenomen in soort dienstverband en beloning tussen alumni van voltijd en deeltijd/duale Ad-opleidingen. Ad-alumni die in voltijd hebben gestudeerd hebben minder vaak een vast dienstverband dan degenen die de Ad in deeltijd of duale vorm hebben gevolgd. Dit verschil hangt naar alle waarschijnlijkheid samen met het verschil in (relevante) werkervaring. Uit de enquêtes blijkt namelijk dat een groot deel van de deeltijd en duale Ad-studenten na afstuderen bij dezelfde werkgever blijft werken en daar mogelijk al een vast dienstverband had.

Het verschil in (relevante) werkervaring tussen voltijd en deeltijd/duale Ad-alumni lijkt ook tot uiting te komen in het bruto maandloon dat Ad-alumni verdienen. Zowel het mediane bruto maandloon als het mediane bruto uurloon van Ad-alumni die in voltijd hebben gestudeerd zijn lager dan dat van Ad-alumni die in deeltijd of duale vorm hebben gestudeerd. De beloning van Ad-alumni die in voltijd hebben gestudeerd is in de afgelopen zes jaar wel relatief het meest gegroeid.

Het onderzoek
Om de ontwikkelingen van Ad-opleidingen na de invoering van de wetswijziging per 1 januari 2018 te kunnen volgen, heeft het ministerie van OCW aan SEO Economisch Onderzoek gevraagd een monitoronderzoek uit te voeren tot medio 2022. Deze eindrapportage geeft een beeld van de ontwikkelingen tussen 2018 en 2022. Drie cohorten Ad-studenten en Ad-afgestudeerden staan daarbij zo veel mogelijk centraal: de studenten en afgestudeerden van 2018-2019, 2019-2020 en 2020-2021. Het monitoronderzoek is ingericht aan de hand van drie thema’s: (1) onderwijsaanbod; (2) student en (3) arbeidsmarkt.

Gebruikte methode
Het monitoronderzoek benut vijf verschillende informatiebronnen:

  1. DUO-registratiegegevens;
  2. Enquête onder eerstejaars Ad-studenten;
  3. Enquête onder Ad-alumni;
  4. CBS-Microdata;
  5. Interviews.

De beleidsreactie op het rapport is hier in te zien.