Het onderzoek
Op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Financiën hebben SEO Economisch Onderzoek en Dialogic de evaluatie uitgevoerd van de innovatiebox conform de Rijksbegrotingsvoorschriften die bepalen dat fiscale regelingen minimaal elke vijf tot acht jaar geëvalueerd moeten worden. De innovatiebox is een optionele regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) om netto-voordelen uit zelfontwikkelde immateriële activa die voortvloeien uit speur- en ontwikkelingswerk (S&O) waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven effectief tegen een verlaagd tarief te belasten. Een deel van de winst (toe te rekenen aan R&D-activiteiten) wordt belast tegen een lager tarief van 9%, de overige winst wordt normaal belast. De regeling heeft twee doelstellingen. Ten eerste heeft de innovatiebox vooral als doel het vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven te stimuleren. Ten tweede is het doel om innovatieve activiteiten te bevorderen. Door de meeste stakeholders wordt de vestigingsklimaatdoelstelling als belangrijkste van de twee doelstellingen beschouwd.

De resultaten
In 2019 waren er circa 3.200 gebruikers van de innovatiebox. Hiervan vallen circa 2.700 gebruikers onder het mkb4 en 500 gebruikers onder het grootbedrijf. Het budgettair belang van de regeling is eveneens toegenomen over de gehele periode, van om en nabij € 300 miljoen in 2010 tot bijna € 1,9 miljard in 2019. Voor zowel het innovatieboxgebruik als S&O- en R&D-uitgaven en Vpb opbrengsten geldt dat deze uiteindelijk bij een beperkt aantal ondernemingen zijn geconcentreerd. Circa 75% van het budgettaire belang in 2022 slaat neer bij de top-10 gebruikers. De regeling is grotendeel doeltreffend in het bijdragen aan een goed vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven. De regeling is beperkt doeltreffend in het stimuleren van innovatieve activiteiten. Eén euro extra belastingvoordeel uit hoofde van de innovatiebox verhoogt S&O-uitgaven met circa 28 eurocent. De uitvoeringskosten liggen erg laag ten opzichte van bijvoorbeeld de WBSO en dat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven eveneens laag is.

Methode
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is een aantal methoden ingezet:
• Deskresearch en literatuuronderzoek om de regeling zelf en de wijzigingen hierin gestructureerd weer te geven en om de wetenschappelijke literatuur over patent-boxes systematisch te analyseren en de literatuur over de relatie fiscaliteit en vestigingsklimaat te updaten ten opzichte van de vorige evaluatie;
• Internationale vergelijking waarmee we de Nederlandse innovatiebox in internationaal perspectief plaatsen;
• Econometrische analyse en beschrijvende statistieken op basis van CBS-data om doelgroepenbereik en de bang-for-the-buck te bepalen alsmede na te gaan of er spill-overs zijn;
• Een enquête onder ondernemingen (gebruikers en niet-gebruikers) en interviews onder stakeholders om zicht te krijgen op de aard van S&O-activiteiten die gestimuleerd worden door de innovatiebox, de interactie met andere regelingen, gedragsadditionaliteit en ervaren administratieve lasten;
• Een workshop om de bevindingen van het onderzoek te toetsen.