Resultaten
Tijdens de coronacrisis heeft 18 procent van de totale werkzame bevolking met een laag inkomen te maken gehad met een daling van inkomsten van minstens 5.000 euro op jaarbasis. Ruim 2 procent ervoer zowel een inkomensval als een terugval in het kunnen betalen van rekeningen. Gegeven dat de totale populatie werkenden met een laag inkomen uit 5,5 miljoen personen bestaat, gaat het hier om respectievelijk 990.000 en 130.000 personen. Als gevolg hiervan stijgt het aantal personen met schuldenproblematiek naar verwachting met minimaal 3 en maximaal 20 procent. Het totale aantal extra aanmeldingen voor schuldhulpverlening neemt naar verwachting toe met minimaal 3.000 en maximaal 18.000. Het jaarlijkse aantal schuldhulpvragen vóór corona bedroeg zo’n 90.000. Mensen die in de problemen kwamen doordat ze tijdens de lockdowns buiten beeld raakten bij de schuldhulpverlening, zijn in deze prognose niet meegeteld.

Het risico op problematische schulden als gevolg van inkomensval door corona doet zich vrijwel uitsluitend voor bij zelfstandigen en flexwerkers die werkzaam zijn in de getroffen sectoren. Dit zijn sectoren die door contactbeperkende maatregelen en vraaguitval een negatieve ontwikkeling van het arbeidsinkomen kenden ten opzichte van de situatie vóór corona. Deze risicogroep maakte bovengemiddeld vaak gebruik van coronasteun, waardoor zij extra kwetsbaar lijkt nu deze steun is komen te vervallen.


Het onderzoek
Deze resultaten volgen uit onderzoek dat SEO Economisch Onderzoek heeft uitgevoerd in opdracht van de NVVK, branchevereniging voor financiële hulpverleners. Dit onderzoek biedt inzicht in welk deel van de bevolking in financiële problemen is gekomen door corona. De negatieve economische schok die de coronacrisis teweegbracht, heeft vooralsnog niet geleid tot een toestroom van extra aanmeldingen bij de schuldhulpverlening. Ook het aantal faillissementen ligt op een historisch laag niveau. Dit alles kan niet los worden gezien van het brede pakket aan noodsteun dat aan het begin van de coronacrisis is opgetuigd en per 1 april 2022 volledig ten einde is gekomen. Nu deze steun is weggevallen, rijst de vraag of de schuldhulpverlening rekening moet houden met extra aanmeldingen in de komende jaren.

Methode
De prognose van de toename in schuldenproblematiek en het daaruit volgende extra beroep op schuldhulp is gebaseerd op een enquête onder 500 werkenden met een relatief laag inkomen – tot 3.500 euro bruto per maand voor werkenden in loondienst en tot 45.000 euro per jaar voor zelfstandigen. De enquête bestaat uit vragen over de persoonlijke financiën vóór, tijdens en ná de coronacrisis. Een vertaling van de enquêteresultaten naar populatieniveau vormt de basis voor de verwachte verandering van het aantal hulpvragen als gevolg van de coronacrisis. Hiertoe worden de enquête-uitkomsten representatief gemaakt voor de gehele populatie. Dit gebeurt door middel van weging van de enquêteresultaten, waarbij antwoorden van typen werkenden die oververtegenwoordigd zijn in de steekproef een kleiner gewicht krijgen.

De uitkomsten van de enquête onder werkenden worden aangevuld met resultaten van een uitvraag onder 17 schuldhulpverleners. In deze uitvraag is schuldhulpverleners gevraagd naar de gevolgen van de coronacrisis voor de hulpvragen die zij nu al zien en voor de verwachte toestroom in de komende jaren.