Publicatie
Meer(waarde) heterogene brugklassen en capaciteitentesten? Monitor subsidieregelingen heterogene brugklassen en capaciteitentesten
Het onderzoek
De subsidieregeling heterogene brugklassen (2022-2023) en de subsidieregeling capaciteitentesten (2021-2023) moeten eraan bijdragen dat leerlingen op het voor hen best passende onderwijsniveau terecht komen. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is of scholen met deze regelingen hierin slagen en welke lessen uit hun ervaringen getrokken kunnen worden voor (toekomstig) beleid rondom heterogene brugklassen.
Beide regelingen zijn onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) en worden daarmee ook ingezet om de leervertragingen als gevolg van (schoolsluitingen ten tijde van) de Covid-19 crisis terug te dringen en voor het verkleinen van kansenongelijkheid.
Resultaten
Het onderzoek laat zien dat de meeste scholen de doelen waarvoor zij subsidie aanvroegen hebben weten te realiseren. Daarnaast geven de meeste scholen ook aan dat zij positieve impact zien van het nieuwe beleid op hun scholen om nieuwe heterogene brugklassen te ontwikkelen en/of hun bestaand aanbod te versterken. Volgens respondenten op de enquête leidt het nieuwe beleid tot verbetering van het aanbod en draagt deze bij aan betere plaatsing van leerlingen.
Uit de schoolbezoeken komt naar voren dat heterogene brugklassen er weliswaar aan bijdragen dat leerlingen meer tijd krijgen om te ontdekken en laten zien welk niveau bij hen past, maar dat door het ontbreken van cruciale randvoorwaarden voor de inrichting van de heterogene brugklassen, het ook negatief kan uitpakken voor leerlingen. Ook wordt duidelijk dat het werken met heterogene brugklassen veel vraagt van docenten.
Zowel in de enquête op schoolniveau, als tijdens de schoolbezoeken en focusgroepen is uitgebreid stilgestaan bij differentiatie. Uit alle bronnen komt naar voren dat scholen hier nog mee worstelen. De enquête op schoolniveau laat grote verschillen zien tussen scholen, waarbij grofweg de helft aangeeft dat hun docenten goed in staat zijn te differentiëren, maar waarbij de andere helft dat niet vindt. De schoolbezoeken laten zien dat cruciale randvoorwaarden ontbreken: een visie op onderwijs in de heterogene brugklassen ontbreekt, docenten hebben onvoldoende handvatten om te differentiëren, en het lesmateriaal is vaak niet geschikt.
Scholen willen hun aanbod aan heterogene brugklassen continueren – ook zonder aanvullende (subsidie)middelen – maar om dit met succes te kunnen (blijven) doen is aandacht voor die cruciale randvoorwaarden nodig. Het werken met heterogene brugklassen, waarbij het doel is kansengelijkheid te vergroten en leerlingen de kans krijgen hun potentieel te onderzoeken, is een onderwijsvernieuwing die niet van de ene op de andere dag door te voeren is.
Methode
Dit onderzoek kenmerkt zicht door een mixed method aanpak, waarbij verschillende onderzoeksmethoden elkaar aanvullen in welke onderzoeksvragen en de mate waarin deze beantwoord kunnen worden. Het onderzoek is opgebouwd uit vijf op elkaar voortbouwende onderzoeksfases:
- analyse van 684 aanvragen en voortgangsrapportages,
- analyse van openbare registratiedata van alle scholen (zowel die zonder subsidie als met subsidie),
- een enquête onder 225 brugklascoördinatoren van scholen die aan de regeling heterogene brugklassen meededen,
- verdiepende schoolbezoeken bij 17 scholen, en tot slot
- een viertal focusgroepen.
Publicatie gegevens
Heeft u vragen over deze publicatie?
Neem contact met Tyas Prevoo op via telefoon of mail. Hij zal zo spoedig mogelijk reageren op uw vragen.
Tyas Prevoo
"*" indicates required fields