Publicatie
Oproepkrachten en hun voorkeuren voor werkzekerheid
Achtergrond
Het wetsvoorstel Meer zekerheid voor flexwerkers introduceert een maatregel die nuluren- en min-maxcontracten vervangt door zogeheten bandbreedtecontracten. In deze contracten wordt zowel een minimum- als een maximumaantal uren afgesproken. Werkgevers zijn verplicht oproepkrachten minimaal het afgesproken minimumaantal uren op te roepen en te betalen. Tegelijkertijd blijven werknemers tot maximaal 30% bovenop dit minimum beschikbaar. Buiten deze bandbreedte mogen zij een oproep weigeren. Zo wordt onnodige beschikbaarheid beperkt en ontstaat meer voorspelbaarheid in het rooster.
Resultaten
Voor ongeveer één kwart van de oproepkrachten is hun oproepbaan het hoofdinkomen. Voor hen biedt het bandbreedtecontract duidelijk voordelen: minder onzekerheid, beter te combineren met ander werk en meer grip op vaste lasten. Tegelijkertijd zijn er zorgen dat werkgevers het minimumaantal uren laag houden, of contracten niet verlengen.
De overige drie kwart van de oproepkrachten is de oproepbaan geen hoofdinkomen. Zij kiezen doorgaans bewust voor flexibiliteit (bijvoorbeeld naast studie of ander werk) en geven aan liever géén minimumafspraken te maken en niet extra uren beschikbaar te willen houden. Bovendien blijkt onnodige beschikbaarheid in de praktijk nauwelijks voor te komen: velen hebben vaste werkmomenten of worden tijdig ingepland.
Onderzoeksmethoden
Het onderzoek combineert literatuurstudie, analyse van CBS Microdata en focusgroepen. Zo ontstaat een rijk beeld van de kenmerken, ervaringen en voorkeuren van oproepkrachten in Nederland.
Publicatie gegevens
Heeft u vragen over deze publicatie?
Neem contact met Justus van Kesteren op via telefoon of mail. Hij zal zo spoedig mogelijk reageren op uw vragen.
Justus van Kesteren
"*" geeft vereiste velden aan