Het onderzoek
In reactie op de coronacrisis introduceerde het kabinet het crisisprogramma Nederland Leert Door. Dit programma bestaat uit drie subsidieregelingen om scholing en ontwikkeling te stimuleren: ontwikkeladviezen, scholing en sectoraal maatwerk. De regelingen zijn onder grote tijdsdruk vormgegeven. Mede daarom is er vanuit het ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid (SZW) behoefte aan inzicht in de afwegingen die zijn gemaakt bij de vormgeving en implementatie van de regelingen. Dit rapport geeft dat inzicht op basis van documentanalyses en interviews. Deze procesevaluatie onderzoekt de totstandkoming en uitvoering van de regelingen op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het crisisprogramma NL Leert Door. Het doel is om de succesfactoren en verbeterpunten van het opstellen en implementeren van de subsidieregeling te identificeren, zodat deze kennis kan worden gebruikt bij het opstellen van nieuwe regelingen gericht op scholing en ontwikkeling.

Resultaten
De tijdelijke subsidieregeling NL Leert Door met inzet van ontwikkeladvies was een van de eerste maatregelen die het kabinet nam om mensen te helpen hun positie op de arbeidsmarkt te versterken in de context van de coronacrisis. De regeling was gebaseerd op de eerdere Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers (TSOV), maar was breder van opzet. Iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt kwam in aanmerking voor een, voor de deelnemers, gratis ontwikkeladvies. Dit was een belangrijke beslissing, want het maakte de regeling toegankelijker voor een veel grotere groep mensen. In totaal namen ruim 300.000 mensen deel aan een ontwikkeladvies. Om de uitvoeringslast voor de overheid te minimaliseren zijn er geen extra eisen gesteld aan loopbaanadviseurs die deelnamen aan de regeling en is de doelgroep breed gedefinieerd. Deze keuze heeft echter ook tot problemen geleid. In de eerste tranche van de regeling konden partijen ongelimiteerd ontwikkeladviezen aanvragen. Hierdoor werd het budget snel uitgeput en konden sommige loopbaanadviseurs geen aanvraag indienen. In de tweede tranche van de regeling is dit probleem opgelost door een maximum van 25 inschrijvingen per loopbaanadviseur in te stellen. Alle NL Leert Door regelingen vereisten dat deelnemers een kopie van hun ID-bewijs en BSN-nummer deelden. Dit om te controleren of ze een band hadden met de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze controle zorgde echter voor ophef bij (potentiële) deelnemers, daarom is besloten om deze controle achterwege te laten.

De implementatie van de tijdelijke subsidieregeling NL Leert Door met inzet van scholing volgt na de zomer van 2020. Aanvankelijk was het idee om deze regeling samen met het ontwikkeladvies onder één regeling te laten vallen, gezien de regeling voor het ontwikkeladvies eerder gereed was, is ervoor gekozen om het ontwikkeladvies eerder te implementeren. Ook deze regeling houdt vast aan het principe om de activiteiten voor een breed publiek toegankelijk te maken en de regeling uitvoerbaar te houden voor UVB. Om investeringen van private partijen te stimuleren en duurdere omscholingstrajecten mogelijk te maken, voorziet de regeling een vorm van cofinanciering. Ook bij de implementatie van deze regeling blijkt dat het moeilijk is om het aanvraagproces goed te laten verlopen. Een belangrijk verbeterpunt betreft namelijk de selectie van aanbieders voor de regeling. In eerste instantie werd er gewerkt op basis van het principe “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. Dit resulteerde in een volledige uitputting van de regeling binnen een kwartier, wat oneerlijk werd ervaren voor opleiders die iets later aan het inschrijvingsproces begonnen. Bij het derde aanvraagtijdvak werd er overgestapt op een lotingsysteem onder de inschrijvers. Dit leidde er echter weer toe dat (met name grotere) partijen zich in meerdere combinaties inschreven om een grotere kans bij de loting te verkrijgen.

De sectorale maatwerkregeling was bedoeld om maatwerk te leveren aan sectoren die door de coronacrisis te maken hadden gekregen met grote veranderingen in de vraag naar of het aanbod van personeel. De regeling was gefinancierd met 71,5 miljoen euro en was beschikbaar voor samenwerkingsverbanden van opleiders, O&O-fondsen, brancheorganisaties en sociale partners. De regeling kent dezelfde randvoorwaarden als de eerdere ontwikkeladvies en scholingsregeling. Over het algemeen waren samenwerkingsverbanden tevreden over de gestelde voorwaarden van de regeling. Als verbeterpunt gaven samenwerkingsverbanden aan dat de administratieve lasten per deelnemer aan de hoge kant waren.

Vergeleken met andere regelingen, zoals de STAP-regeling voor scholing, brengt de sectorale maatwerkregeling inderdaad een relatief zware verantwoordingslast met zich mee. Tot slot was er minder animo voor de geboden trajecten dan aanvankelijk werd gedacht door de samenwerkingsverbanden. Daarnaast hebben veel deelnemers om verschillende redenen besloten af te haken, waardoor bepaalde samenwerkingsverbanden te maken kregen met een aanzienlijk verloop van deelnemers en hun doelstellingen naar beneden hebben bijgesteld.

De doeltreffendheid van de regelingen is groot, omdat iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt laagdrempelig en gratis aan de regelingen kon deelnemen. Dit heeft er echter ook toe geleid dat groepen deelnamen die zonder het NL Leert Door programma ondersteuning zouden hebben ontvangen. De doelmatigheid van de regelingen is beperkt, omdat het gratis aanbieden van de hulp en ondersteuning kan zorgen voor minder prikkels om de trajecten daadwerkelijk af te ronden. Daarnaast was er weinig controle op de kwaliteit van trajecten, er was weinig nazorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen en de regeling was niet altijd maatwerk. De betrokkenheid van verschillende uitvoerders bij het ontwerp en implementatie van de regeling heeft de doelmatigheid waarschijnlijk bevorderd en de eis van cofinanciering heeft ervoor gezorgd dat aanvragers middelen zo hebben ingezet dat er daadwerkelijk meerwaarde is gecreëerd voor de (sectorale) arbeidsmarkt.

Methode
De onderzoeksaanpak om het proces rondom de drie NL Leert Door regelingen te evalueren, bestond uit drie stappen. In de eerste stap werden beleidsdocumenten en eerder onderzoek geanalyseerd om de vormgeving en procedures van de regelingen in kaart te brengen. Hierbij is input gebruikt van het ministerie van SZW. In de tweede stap werden interviews en focusgroepen gehouden met betrokken partijen (SZW, UVB, Noloc, NRTO en aanvragers van de sectorale maatwerkregeling) om meer inzicht te krijgen in de afwegingen en keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de regelingen. In de derde stap werd deze informatie gecombineerd om tot een antwoord te komen op de onderzoeksvragen.