Resultaten
Zzp’ers met zakelijke opdrachtgevers in lagere tariefgroepen vertonen vaker indicaties van werknemerschap (zoals werkinhoudelijke aansturing en organisatorische inbedding), terwijl in hogere tariefgroepen vaker indicaties van zelfstandig ondernemerschap (zoals het werken voor eigen rekening en risico) aanwezig zijn. Tussen de 15 en 28 procent van deze groep zzp’ers zou onder het rechtsvermoeden vallen bij een uurtarief van 32,24 euro, afhankelijk of het gehanteerde uurtarief inclusief of na aftrek van niet-arbeidsgerelateerde kosten is. Deze zzp’ers opereren voornamelijk in de groot- en detailhandel, kunst, creatieve industrie, bouw en niet-specialistische zakelijke dienstverlening.

Het onderzoek
Het conceptwetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) bevat een juridisch toetsingskader en een uurtarief op basis waarvan beter onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen kan worden gemaakt. Het toetsingskader kijkt naar verschillende elementen die een indicatie van werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap vormen. Het rechtsvermoeden houdt in dat als een zzp’er onder een bepaald uurtarief werkt, er vermoed wordt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en deze een beroep kan doen op bijvoorbeeld een minimumloon, ontslagbescherming en doorbetaling bij ziekte.

Gebruikte methode
Dit onderzoek relateert de uurtarieven van zzp’ers met zakelijke opdrachtgevers, op wie het conceptwetsvoorstel betrekking heeft, aan de kenmerken van de werkzaamheden en het ondernemerschap die een indicatie van werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap vormen. Deze gegevens zijn verkregen middels een enquête die onder de gehele zzp-populatie is uitgezet, waaruit een gedetailleerd en representatief beeld van bovengenoemde zaken naar voren komt.

Een korte samenvatting van het onderzoek is ook te vinden in ons artikel in ESB.