Het Ministerie van Defensie hanteert sinds juli 2019 een volledig nieuwe aanpak voor de re-integratie van langdurig zieke militairen. Met de Social Impact Bond (SIB) ‘Joining Forces’ wil Defensie militairen duurzaam laten re-integreren met (financiële) hulp van private maatschappelijke investeerders en private dienstverleners. De maatschappelijke investeerders financieren via een fonds – beheert door een fondsmanager – de private dienstverleners, die met interventies langdurig zieke militairen begeleiden bij hun re-integratie. Hierbij is onder andere aandacht voor de belastbaarheid, de weerbaarheid, de zelfwaardering, de motivatie, als ook de vaardigheden van militairen om weer aan het werk te gaan. Vooraf zijn duidelijke afspraken gemaakt over de resultaten die moeten worden behaald met het SIB-programma. Zo moet de re-integratiedienstverlening zorgen voor een verhoging van de duurzame werkhervatting en het welbevinden van deelnemers, en tegelijkertijd het aantal loonsancties terugdringen. Als de vooraf bepaalde doelen worden behaald, dan betaalt het Ministerie van Defensie de investeerders via het fonds terug met rendement.

Het onderzoek
Dit rapport bevat het resultaat van de eerste evaluatie van de werking van de SIB Joining Forces. Daarvoor zijn zowel een effect- als procesevaluatie uitgevoerd in de periode tussen maart en december 2021. Voor de effectevaluatie van het SIB-programma is eerst een verandertheorie opgesteld over de werking van de re-integratiedienstverlening. Zo draagt de SIB in theorie bij aan het wegnemen van belemmeringen bij de re-integratie, zoals beperkte sollicitatievaardigheden of een te sterke hechting aan Defensie, waardoor deelnemers uiteindelijk vaker, sneller en duurzamer aan het werk zouden moeten gaan. Vervolgens zijn op basis van registratie- en enquêtegegevens de gevolgen van de re-integratiedienstverlening vastgesteld. Daarbij is onder andere gekeken naar de werkhervatting, het welbevinden en de mate waarin loonsancties zijn opgelegd. Voor de procesevaluatie zijn een literatuuronderzoek, interviews en documentanalyses gebruikt om inzicht te verwerven in onder andere het samenwerkingsproces, de rolverdeling en de structuur en werkwijze van de organisatie van de SIB Joining Foces. In vervolgonderzoek is het mogelijk de evaluatie verder uit te breiden.

Effecten op werkhervatting, welbevinden en loonsancties
De tussentijdse resultaten suggereren dat de SIB effectief is in het bereiken van de beoogde doelstellingen. In de eerste plaats slaagt de SIB erin deelnemers vaker en sneller aan het werk te krijgen dan in de periode vóór invoering van de SIB. Hierbij zij wel opgemerkt dat de duurzaamheid van de werkhervatting nog niet is meegenomen in het huidige onderzoek, omdat de onderzoeksperiode daarvoor nog te kort is. In de tweede plaats valt op dat er minder loonsancties zijn opgelegd in vergelijking met de periode vóór invoering van de SIB. Destijds kreeg het ministerie van Defensie voor zo’n een op de drie gevallen een loonsanctie door UWV opgelegd, momenteel is dat maximaal voor 10 procent van de deelnemers. Dat suggereert dat ook de re-integratieverplichtingen beter worden nageleefd sinds invoering van de SIB. Tot slot oordelen de SIB-deelnemers over het algemeen redelijk positief over hun welbevinden en gezondheid. Vooral de mate waarin ze zich kalm, rustig, fit en sterk voelen valt daarbij op. Hierbij is het nog niet mogelijk gebleken om de veranderingen in welbevinden en gezondheid over de duur van het programma te meten, omdat hiervoor meerdere enquêteronden nodig zijn. In het vervolg van het onderzoek is dit wel mogelijk.

Organisatie van de SIB Joining Forces
Er is in de uitvoering van de SIB sprake van een nauwe samenwerking tussen het Ministerie van Defensie, de dienstverleners en de fondsmanager. Deze samenwerking is gestructureerd rondom formeel vastgelegde en frequente overleggen op zowel operationeel-, tactisch- als stuurgroep-niveau. Daarnaast is er een dashboardoverleg waarin de resultaten van de SIB worden besproken, waardoor sprake is van gedeelde kennisontwikkeling. Naast de formele overleggen, vindt er veel (bilateraal) informeel overleg plaats tussen de verschillende partijen. Dit samenwerkingsproces ervaren de partijen over het algemeen als positief, waarbij de gemeenschappelijkheid in doelstellingen, eigenaarschap in de besluitvorming, korte lijntjes en open communicatie worden genoemd als sterke punten.

Desalniettemin zijn er een aantal aandachtspunten naar voren gekomen in het onderzoek. Zo moeten partijen veel tijd investeren in overleg en afstemming, wat – zeker voor de kleine dienstverleners – ten koste kan gaan van de aandacht voor het SIB-programma zelf. Daarnaast moet er volgens een aantal partijen juist meer tijd gemaakt worden voor een verdere inhoudelijke coördinatie tussen de verschillende interventies. Het zou voor de deelnemer beter zijn als hij/zij het gevoel heeft één traject te doorlopen, wat momenteel niet altijd het geval is. Tot slot zijn er nog een aantal aandachtspunten met betrekking tot het sturen op resultaat. Dat zit enerzijds in het inbouwen van meer checks and balances in het vaststellen van resultaat en anderzijds door meer aandacht te besteden aan kansarme dossiers, die naar verluid momenteel vaker dan gemiddeld vanuit de SIB terugkomen bij de casemanagers van Defensie.