Resultaten
In 2020 waren ruim 915 duizend personen werkzaam als uitzendkracht. Over het gehele jaar gezien werkt 10 procent van de totale werkzame beroepsbevolking ergens in dat jaar ook als uitzendkracht. Binnen een bepaalde peil-maand heeft 5,4 procent van de totale werkzame beroepsbevolking werk als uitzendkracht.

Een substantieel deel van de uitzendkrachten zijn personen met een niet-Nederlandse nationaliteit (iets minder dan 40 procent). Onder deze groep valt ook de groep arbeidsmigranten die in Nederland werkzaam zijn. Scholieren en studenten vormen een belangrijke groep uitzendkrachten. Iets minder dan één op de vijf uitzendkrachten is ook ingeschreven als scholier of student tegelijkertijd met het uitzendwerk en deze groep doet veelal seizoenswerk. Uitzendkrachten zijn overwegend man en jonger dan 35 jaar. De meeste uitzendkrachten waarvoor het hoogst behaalde opleidingsniveau bekend is, heeft een middelbaar opleidingsniveau (ongeveer de helft). Iets minder dan één op de drie heeft geen startkwalificatie en iets meer dan één op de zes heeft een hoog opleidingsniveau (HBO of hoger).

De meeste transities van uitzendkrachten gaan van de ene naar de andere uitzendbaan. Uitzendwerk speelt een duidelijke rol als opstapfunctie, zowel vanuit een positie zonder werk (iets minder dan de helft van de uitzendkrachten werkt niet voorafgaand aan een uitzendbaan) als naar een dienstverband direct bij een werkgever. Uitzendwerk speelt met name een rol als opstapfunctie naar een direct dienstverband voor de deelpopulatie uitzendkrachten met de Nederlandse nationaliteit die niet tegelijkertijd scholier/student zijn. Na tijdelijke dienstverbanden of een positie zonder werk is uitzendwerk de belangrijkste arbeidsmarktpositie van personen die uit de WW stromen.

Tijdens de eerste lockdown in maart 2020 is vooral de uitstroom vanuit uitzendwerk naar een uitkering en naar het onderwijs (scholieren/studenten die hun baan verloren) toegenomen, terwijl de instroom vanuit een uitkering naar uitzendwerk niet is afgenomen. Tegelijkertijd is er wel minder instroom vanuit regulier werk (tijdelijk of vast contract). Vanaf de eerste versoepelingen in juni 2020 is meteen de instroom vanuit een uitkering naar uitzendwerk toegenomen. Tegelijkertijd is ook de uitstroom vanuit uitzendwerk naar een uitkering toegenomen, maar in mindere mate dan de instroom vanuit een uitkering. Dit benadrukt de opstapfunctie van uitzendwerk tijdens de herstelperiode na de eerste lockdown. Wel is de doorstroom naar regulier werk (tijdelijk of vast contract) in die fase van de covid-pandemie nog verder afgenomen.

Het onderzoek
SEO Economisch Onderzoek voerde dit onderzoek uit in opdracht van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). Het doel van de Uitzendmonitor is om de omvang en samenstelling van de populatie uitzendkrachten en uitzendbanen in beeld te brengen en om inzicht te geven in de allocatiefunctie van uitzendwerk. Deze Uitzendmonitor gaat ook specifiek in op de rol van de uitzendbranche tijdens de covid-pandemie.

Methode
In de Uitzendmonitor 2021 zijn ten opzichte van de eerdere Uitzendmonitors een aantal methodische aanpassingen doorgevoerd. Hierdoor verschillen een aantal resultaten en cijfers ten opzichte van eerdere uitgaven. De belangrijkste wijziging is dat de populatie uitzendkrachten en de bijbehorende uitzendbanen volledig wordt gebaseerd op de Polisadministratie, ofwel de registratie door de Belastingdienst en UWV van alle banen waarvoor werkgeverspremies dienen te worden afgedragen. Hieronder vallen alle banen bij werkgevers in Nederland, ook de banen die worden ingevuld door arbeidsmigranten.

Door gebruik te maken van een integraal koppelbestand waarop alle analyses kunnen worden uitgevoerd, is de populatie uitzendkrachten gelijk voor alle verschillende analyses. Op de punten waarop de registratiedata in de Polisadministratie niet toereikend is, is deze aangevuld met resultaten uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Specifiek voor uitzendkrachten biedt de Polisadministratie onvoldoende of onnauwkeurige informatie over de bedrijfstak waar uitzendkrachten werkzaam zijn, de beroepsgroep, het zoekgedrag naar ander werk en scholing op het werk. Die gegevens zijn wel beschikbaar in de EBB die bovendien gekoppeld kan worden aan de Polisadministratie.

Deze Uitzendmonitor brengt niet alleen de totale populatie in Nederland werkzame uitzendkrachten in beeld, maar gaat ook specifiek in op de groep uitzendkrachten exclusief de groep die tegelijkertijd met het uitzendwerk scholier/student is en exclusief uitzendkrachten met een niet-Nederlandse nationaliteit (als benadering voor de groep arbeidsmigranten). Voor deze groep fungeert uitzendwerk in mindere mate als opstapfunctie naar een direct dienstverband.

Lees ook het persbericht op de website van ABU.