Het onderzoek
Als reactie op het onderzoek van SEO naar de illegale trustdienstverlening in Nederland kondigde de minister van Financiën verschillende maatregelen aan waaronder een onderzoek naar de toekomst van de trustsector*. De door het ministerie van Financiën geformuleerde hoofdvraag van dit onderzoek is: Is bij trustdienstverlening de integriteit voldoende te waarborgen?

Resultaten
Er is in de trustsector sprake van een inherent integriteitsrisico. Dit inherente integriteitsrisico is gerelateerd aan de mogelijkheid om middels complexe structuren de herkomst en het eigenaarschap van transacties en vermogens te verhullen. Hierdoor is het soms lastig om vast te stellen of een specifieke transactie legaal of illegaal is of wat de herkomst is van vermogen.

Dit inherente integriteitsrisico kan deels beheerst worden door trustkantoren door voldoende kritische onboarding van nieuwe klanten en voldoende intensieve continue monitoring van bestaande klanten. We kunnen niet beoordelen of deze risicobeheersing (mits goed uitgevoerd) in de praktijk ‘voldoende’ is en wij hebben beperkt zicht op de mate waarin deze risicobeheersing in de praktijk conform de eisen van de toezichthouder plaatsvindt.

Ons beeld is dat in het scenario waarbij er geen extra aanvullende wetgeving of regulering wordt ingevoerd bovenop thans aangekondigde wet- en regelgeving (nulscenario) de maatregelen in het basispad bijdragen aan het verder beheersen van witwasrisico’s binnen zowel het gereguleerde als ongereguleerde segment van de markt.

Ten opzichte van het nulscenario is het verbieden van de trustsector hoogstwaarschijnlijk niet doeltreffend en niet doelmatig. Ervan uitgaande dat het doel is om witwasrisico’s beter te beheersen, is een verbod niet doeltreffend vanwege een aantal redenen. Ten eerste omdat uitwijken naar het illegale circuit eenvoudig is. Ten tweede omdat door een verbod de poortwachtersfunctie van de trustsector verloren gaat. Ten derde omdat handhaving van het verbod waarschijnlijk lastig is. Na een verbod kan de legitieme trustsector immers geen rol meer spelen bij het opsporen van illegale trustdienstverleners door de toezichthouder te voeden met signalen. Een verbod is niet doelmatig omdat legitieme dienstverlening ook niet meer mogelijk is. De financieel-economische waarde die de trustsector voor Nederland vertegenwoordigt, gaat met een verbod dus verloren. Dat is inefficiënt.

Ten opzichte van de nuloptie is strikter reguleren mogelijk effectief in het tegengaan van integriteitsrisico’s op het vlak van witwassen. Uit gesprekken uit deskresearch komen een aantal opties naar voren om striktere regulering vorm te geven

Minder ingrijpende maatregelen zijn:

  • Het verplichten van lidmaatschap van een branchevereniging en/of de introductie van een sectorbrede gedragscode;
  • Het vergroten van transparantie over de dienstverlening van individuele trustkantoren;
  • Invoeren van maatregelen om trustdienstshoppen tegen te gaan.

Meer ingrijpende maatregelen zijn:

  • Eisen dat toegang tot de rekening altijd onderdeel is van trustdienstverlening;
  • Verbieden van dienstverlening aan specifieke complexe structuren.

Tegelijkertijd zou intensiever toezicht op de gereguleerde trustdienstverleners ook tot de opties moeten behoren.

Gebruikte methode
Literatuuronderzoek, interviews met experts (zowel trustdienstverleners, groot én klein, vertegenwoordigers van trustdienstverleners, toezichthouders, advocaten, adviseurs en onafhankelijke expert) online enquête onder geregistreerde trustdienstverleners en tot slot een kwantitatieve analyse met CBS-Microdata en interne rapportage data.

* Kamerstukken II, Kamerbrief kabinetsreactie SEO Economisch Onderzoek over illegale trustdienstverlening, kamerstuk 08-07-2021, kenmerk 2021-0000128079