Deze evaluatie heeft als doelstelling het afleggen van verantwoording aan de Tweede Kamer omtrent de doeltreffendheid en doelmatigheid van de GO, GO-C en GO-ETFF en beslaat de periode 2019 – 2023. Daarnaast is het doel om vast te stellen of de GO-regeling nog steeds in een behoefte voorziet, dat wil zeggen of de regeling een marktfalen of neveneffecten van overheidsregulering adresseert, en zo ja, te identificeren welke mogelijkheden er zijn om de doeltreffendheid/doelmatigheid van deze regelingen te vergroten, passend binnen de randvoorwaarden die de Europese Commissie stelt. 

Momenteel lijkt er weinig vraag naar de GO en is de regeling gegeven de huidige marktomstandigheden en doelstelling van de GO niet doeltreffend. Indien er op dit moment geen behoefte of noodzaak is voor een GO-regeling, moet de regeling dan wel worden voortgezet en zo ja, in welke vorm? We zien drie beleidsopties en een vier optie die twee beleidsopties combineert. Deze beleidsopties betreffen alleen de GO. De GO-C en GO-ETFF bestaan immers niet meer.  

De eerste optie is de regeling te laten zoals hij is (niets doen), maar wel administratief te vereenvoudigen. De regeling levert op dit moment voor de overheid meer op dan zij kost en is dus vooralsnog geen kostenpost, hoewel pas over enkele jaren de definitieve balans opgemaakt kan worden.1 Daarnaast zou in de doelstelling van de GO expliciet gemaakt kunnen worden dat de GO bedoeld is om investeringen met maatschappelijke waarde te ondersteunen.  

De tweede optie is de regeling handhaven en de toegang te verruimen. De toegang verruimen zou neerkomen op het openstellen van de regeling voor andere gebruikers dan alleen banken en verzekeraars zoals nu het geval is en wellicht het hanteren van een hoger garantiepercentage.  Een aandachtspunt is de vraag in welke mate een verruiming past binnen de Europese staatssteunkaders. 

De derde optie is om de regeling specifiek te richten op crisissituaties en er expliciet een crisisinstrument van te maken. In feite is dit de status quo, waarbij het instrument bestaat, maar nauwelijks wordt gebruikt onder huidige marktomstandigheden. Hierbij past ook het verlagen van het garantieplafond, zoals geopperd in het IBO bedrijfsfinanciering.