Het onderzoek
In opdracht van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (MinBuza) voerde SEO in samenwerking met MDF een externe evaluatie uit van het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD). DFCD werd in 2019 opgericht om private investeringen in klimaatadaptatie en –mitigatie in ontwikkelingslanden te stimuleren. DFCD wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit de Nederlandse ontwikkelingsbank (FMO), Climate Fund Managers (CFM), Wereldnatuurfonds Nederland (WWF) en SNV. DFCD is gestructureerd in drie faciliteiten: de Origination Facility (OF), beheerd door SNV en WWF, verstrekt subsidies en technische assistentie voor identificatie en pre-haalbaarheidsontwikkeling van kwalificerende investeringsprojecten. Deze en andere kwalificerende projecten kunnen vervolgens worden gefinancierd door de Water Facility (WF) en de Land Use Facility (LUF), die door respectievelijk CFM en FMO worden beheerd.

Het belangrijkste doel van de evaluatie was om lessen te trekken betreffende de relevantie, doeltreffendheid, coherentie, efficiëntie en additionaliteit van DFCD. Ook was het doel om aanbevelingen te doen voor de volgende fase. SEO & MDF voerden de evaluatie uit tussen juli 2023 en januari 2024.

Resultaten
Onze belangrijkste bevindingen voor elk van de evaluatiecriteria waren als volgt:

  • Relevantie: De opzet van DFCD is zeer relevant voor klimaatadaptatie en klimaatmitigatie, en in mindere mate voor kwetsbare groepen en vrouwen.
  • Effectiviteit: De effectiviteit was beperkt in die zin dat het aantal OF-projecten dat doorstroomde naar de WF en de LUF was nog erg laag was op het moment van deze evaluatie, vooral in de minst ontwikkelde landen. Het was echter nog te vroeg om de effectiviteit in termen van investeringsresultaten en impact te beoordelen.
  • Coherentie: Vergeleken met andere klimaatfondsen lag de toegevoegde waarde van DFCD volgens belanghebbenden vooral in het initiëren van projecten door twee NGO’s (SNV and WWF) met lokale aanwezigheid in ontwikkelingslanden. DFCD leekl echter tot op zekere hoogte te overlappen met andere fondsen wat betreft de relatief grote omvang van de investeringen en het beperkte gebruik van gemengde financieringsinstrumenten. Ten tijde van de evaluatie was het DFCD-consortium echter actief op zoek naar manieren om de toegevoegde waarde van het fonds te verbeteren.
  • Additionaliteit: De financiële additionaliteit ten opzichte van de markt was over het algemeen goed, maar het bleek moeilijk om ‘bankable’ projecten te vinden waarvoor geen andere financieringsbronnen beschikbaar waren. De rol van OF in het ontwikkelen van projecten werd gezien als belangrijkste bron van niet-financiële additionaliteit.
  • Efficiëntie: Het evaluatieteam vond de efficiëntie suboptimaal. Ten eerste werd het graduatiepotentieel soms onvoldoende beoordeeld in eerdere fasen van het proces. Ten tweede waren de prikkels voor de drie faciliteiten nog niet goed op elkaar afgestemd (WF en LUF hadden bijvoorbeeld een prikkel om transacties met een grotere ticketomvang te sluiten, in vergelijking met OF). Ten derde waren de monitoringsystemen tussen de consortiumpartners nog niet voldoende geharmoniseerd.

De belangrijkste aanbevelingen, die werden gevalideerd met de partners van het DFCD-consortium, omvatten:

  • Verbeter de interne coördinatie en efficiëntie van het consortium door (a) een uniform en eenduidig monitoringsysteem te gebruiken; (b) WF- en LUF-investeringsfunctionarissen vroeg bij het proces te betrekken om de efficiëntie van de besluitvorming te verbeteren; (c) middelen te concentreren binnen belangrijke landen en landschappen; en (d) de technische en juridische mogelijkheid te onderzoeken om het LUF te fuseren met andere door FMO beheerde staatsfondsen.
  • Focus op nieuwe marktsegmenten door (a) het versterken van partnerschappen met internationale partners die werken met kleinere projecten en het MKB; (b) het verder toepassen van het aggregatormodel, door het financieren van financiële tussenpersonen die op hun beurt kleinere bedrijven kunnen financieren; (c) het uitbreiden van het scala aan financiële instrumenten, bijvoorbeeld door meer eigen vermogen te gebruiken (ook in de originatiefase) en ook tijdens de investeringsfase subsidies te gebruiken om de impact te vergroten.

Methoden
SEO voerde de evaluatie uit aan de hand van de OESO-DAC evaluatiecriteria, met een mix van kwantitatieve en kwalitatieve data en methoden:

  • Analyse van documenten en data betreffende procedures, processen en projecten; inclusief documenten en data met betrekking tot de rol van DFCD binnen de bredere internationale architectuur voor klimaatfinanciering.
  • Stakeholder-enquête onder belanghebbenden, waaronder partners van het DFCD-consortium, ambassades en projectaanvragers.
  • Semi-gestructureerde interviews met partners van het DFCD-consortium en andere belangrijke belanghebbenden.
  • Casestudies betreffende een diepere analyse van acht DFCD-projecten, waarbij documenten zijn beoordeeld, online interviews zijn afgenomen en een veldbezoek aan Vietnam is afgelegd.
  • Validatieworkshops met partners van het DFCD-consortium.