De overheid staat de komende jaren voor grote uitdagingen, zoals de energietransitie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen (zoals AI). Deze ontwikkelingen vergroten de vraag naar gekwalificeerd personeel. Tegelijkertijd verlaat een relatief groot deel van het overheidsapparaat de arbeidsmarkt door pensionering, terwijl de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. Het vinden van vervanging wordt daardoor steeds moeilijker, zeker als er ook bezuinigd moet worden vanwege een oplopend begrotingstekort. 

In zo’n situatie is het verhogen van de productiviteit essentieel. Maar dit is voor de overheid een lastige opgave. Om te beginnen is de productiviteit bij de overheid moeilijk meetbaar, omdat opbrengsten vaak abstract en lastig af te bakenen zijn. Ook is de relatie tussen ingezette middelen en resultaten moeilijk te bepalen. Daarnaast is onvoldoende bekend welke factoren de productiviteit beïnvloeden en hoe de overheid daar zelf op kan sturen. 

Dit essay onderzoekt deze knelpunten en pleit voor meer onderzoek naar en betere definities van arbeidsproductiviteit, zodat de overheid haar productiviteit kan verhogen en beter voorbereid is op toekomstige arbeidsmarktuitdagingen.