In opdracht van ABN AMRO Bank N.V. heeft SEO Economisch Onderzoek gesimuleerd wat de gevolgen waren geweest van een gelijke tijdsbesteding aan betaald en onbetaald werk door mannen en vrouwen. Onze opdracht gaat uit van een gelijke verdeling in de zin dat mannen en vrouwen een even groot aandeel in het totale arbeidsvolume zouden hebben, zonder dat daarmee het totale arbeidsvolume verandert. Deze veronderstelling was onderdeel van onze opdracht. De simulatie beziet de periode 2010-2020 aan de hand van macrodata van het CBS, TNO en het SCP. Over deze periode brengt de simulatie de gevolgen van een andere verdeling van het arbeidsaanbod en achtergrondkenmerken in kaart. Het onderzoek kent een beperkte scope in gevolgen. Deze scope beperkt zich tot een selectie van uitkomstmaten die raken aan werk, inkomen en vermogen.

Herverdeling uren
Vrouwen werken nu gemiddeld minder betaalde uren dan mannen, namelijk 20,7 om 33,0 uur per week. Gemiddeld nemen mannen op hun beurt minder uren per week aan onbetaalde arbeid zoals zorg voor kinderen of het huishouden voor hun rekening, namelijk 17,4 versus 27,5 uur voor vrouwen. De totale tijdsbesteding aan zulke verplichte activiteiten verschilt echter niet noemenswaardig tussen mannen en vrouwen. Een meer gelijke verdeling van werk en zorg betekent dat mannen meer onbetaalde arbeid verrichten en vrouwen minder. Het communicerende vat is betaald werk: vrouwen werken 6,1 uur per week meer in een betaalde baan en mannen minder. Het effect van een meer gelijke tijdsbesteding is verschillend voor verschillende leeftijdsgroepen en verschillende huishoudsamenstellingen. Voor jonge alleenstaanden zijn de verschillen beperkt, terwijl voor oudere generaties en stellen met kinderen de effecten aanzienlijker zijn. Dergelijke verschuivingen in betaalde en onbetaalde uren maken geen verschil in de totale hoeveelheid werkuren per week voor zowel mannen als vrouwen. De literatuur laat zien dat er dan ook geen effecten te verwachten zijn op ervaren tijdsdruk, ervaren welbevinden, of werkgerelateerde stressklachten als gevolg van een andere arbeidsduur per week.

Effecten 

Macro-economie
Macro-economisch resulteert een gelijke verdeling van het arbeidsvolume in EUR 10,8 mld. meer bbp als gevolg van een efficiëntere verdeling van betaalde en onbetaalde uren. Gemiddeld gaan werkenden er hiermee EUR 881 / jaar mee op vooruit of EUR 1.051 / jaar per huishouden.

Uurloon
Een andere arbeidsinzet van mannen en vrouwen kan daarnaast het verschil in uurlonen van mannen en vrouwen doen krimpen. Dit onderzoek rekent alleen het gevolg op uurlonen via de ‘deeltijdkorting’ door. Werknemers die in deeltijd werken verdienen gemiddeld per uur 6% minder. Deeltijdwerkers zijn overwegend vrouwen. Een herverdeling van de betaald gewerkte uren tussen mannen en vrouwen betekent ook dat deze deeltijdkorting evenwichtiger verdeeld raakt. Het uurloon van mannen neemt hierdoor iets af, terwijl dat van vrouwen iets toeneemt. Verdere veranderingen van het uurloon laten zich zonder microdata niet kwantificeren (en vallen dus buiten scope van dit onderzoek).

Inkomens
Verschuivingen in de arbeidsinzet hebben grotere gevolgen voor de inkomens verdiend door mannen en vrouwen. Meer gewerkte uren door vrouwen betekent hogere inkomens voor vrouwen, maar lagere inkomens voor mannen. Het inkomensverschil tussen mannen en vrouwen krimpt hiermee, in dit onderzoek vooral als gevolg van een verandering in het aantal betaalde werkuren van mannen en vrouwen.

De combinatie van veranderende betaalde werkuren en uurlonen hebben bredere gevolgen dan inkomen alleen. Afgeleid aan inkomen zijn uitkomsten zoals financiële zelfstandigheid, kansen op de woningmarkt en pensioenopbouw. Met enkel een herverdeling van het aantal gewerkte uren neemt het aandeel vrouwen dat financieel zelfstandig is toe met 13 procentpunt. Dit gaat deels ten koste van mannen, voor wie dit aandeel krimpt met 6 procentpunt. Eenzelfde patroon is zichtbaar op de woningmarkt, waar 9 procentpunt meer vrouwen zelfstandig kunnen huren in de vrije sector en 10 procentpunt van de vrouwen van een hypotheek ter grootte van de helft van de aankoopprijs van een gemiddelde koopwoning kunnen opbrengen. Voor mannen krimpen deze aandelen met 7 en 10 procentpunt respectievelijk. Meer inkomen voor vrouwen nu betekent ook meer pensioen voor vrouwen later, namelijk EUR 81 / maand. Doordat mannen minder werken kost ze dit EUR 104 aan toekomstig pensioen. Verschillen in mate van financiële zelfstandigheid, vermogen door woningbezit en pensioen nemen hiermee af.