Het onderzoek
Stagediscriminatie is een hardnekkig probleem waar veel aandacht voor is en waarover in het Stagepact MBO 2023-2027 afspraken zijn gemaakt. Eén van de aspecten waar afstemming over plaatsvindt is de inrichting van het stagematchingsproces. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe studenten en leerbedrijven het stagematchingsproces ervaren, ook in relatie tot stagebegeleiding en stagediscriminatie. 

De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: ‘Welke elementen van het stagematchingsproces zijn bepalend in het tegengaan van stagediscriminatie?’. Dit rapport bekijkt deze vraag vanuit het perspectief van studenten en leerbedrijven. Het eerste deel gaf inzicht in de verschillende werkwijzen die scholen hanteren om studenten naar een stageplaats te begeleiden. Het onderzoek – dat SEO in samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut uitvoert – maakt deel uit van het NRO-onderzoeksprogramma ‘Gelijke kansen richting de toekomst’. Hiervoor brengen we werkzame mechanismen in beeld om de startpositie op de arbeidsmarkt van studenten met een migratieachtergrond te versterken.  

Resultaten
Eén op acht studenten geeft aan direct door de school aan een stage gematcht te worden. Scholen begeleiden studenten vaak bij het vinden van een stageplaats en ook regelmatig bij het eerste contact met het leerbedrijf. De meeste studenten moeten wel zelf solliciteren voordat ze aan een stage kunnen beginnen.  

De vorm van matching varieert in de praktijk van directe plaatsing door de school tot gedeeltelijke matching waarbij de student een persoonlijke voorkeur mag opgeven. Scholen en bedrijven matchen op leerwensen, motivatie en persoonlijkheid, maar ook op praktische zaken zoals reisafstand. In een kennismakingsgesprek tussen leerbedrijf en stagiair worden vaak verwachtingen, regels, taken en leerdoelen besproken. Deze variatie laat zien dat selectie van een student voor een stage lang niet altijd overeenkomt met de gewenste vorm van stagematching zoals afgesproken in het Stagepact.  

Studenten geven aan zowel voor- als nadelen van matching door de school te zien, maar zijn over het algemeen tevreden over het proces op hun school. Wel kan matching door de school ten koste gaan van goede voorbereiding door de school en een goede begeleiding door het leerbedrijf. Zowel studenten als leerbedrijven geven aan dat de voorbereiding op de stage beter kan. Studenten vragen om intensiever contact vanuit de school, ook als mogelijk instrument om stagediscriminatie te kunnen signaleren en adresseren.  

Eén op tien studenten ervaart stagediscriminatie tijdens het zoeken naar een stage. Eveneens één op tien ervaart dit tijdens de stage zelf. Leerbedrijven en studenten zijn bekend met verschillende vormen van discriminatie, maar vinden het moeilijk dit te herkennen en/of hebben er zelf weinig ervaring mee. Zij zien stagematching als hulpmiddel in de strijd tegen stagediscriminatie, maar het zal volgens hen de impact van vooroordelen bij selectie en ongelijke behandeling tijdens stages niet wegnemen. 

De conclusie vanuit het perspectief van studenten en leerbedrijven is dezelfde als die vanuit het perspectief van stagebegeleiders: de inrichting van het stagematchingsproces is niet dé oplossing voor stagediscriminatie. Stagematching dient in samenhang gezien te worden met andere maatregelen die scholen inzetten om studenten voor, tijdens en na de stage te begeleiden. 

Methode
Op basis van een enquête onder ruim 300 studenten, individuele interviews met zowel studenten en leerbedrijven, en enkele groepsgesprekken met studenten, is in beeld gebracht hoe studenten en leerbedrijven het proces van stagematching ervaren en welke randvoorwaarden en verbeterpunten zij zien. 

Dit onderzoek is onderdeel van een breder onderzoek naar gelijke kansen bij de arbeidsmarkttoetreding van mbo-afgestudeerden: Versterking van de startpositie op de arbeidsmarkt.