De Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (Wbft 2019) is op 1 januari 2019 in werking getreden. De wet omvat onder meer de systematiek waarmee de toezichtskosten worden toegerekend aan onder toezicht staande instellingen. Toezichtskosten hebben in dit onderzoek betrekking op de begroting van de AFM en de zbo-begroting van DNB.¹ Artikel 16a van deze wet bepaalt dat binnen vijf jaar na inwerkingtreding de doeltreffendheid en de effecten van de wet dienen te worden geëvalueerd. Dit rapport geeft invulling aan deze bepaling.

De Wbft 2019 beoogt een flexibeler kader te bieden dan haar voorganger, de Wbft 2013. In de huidige bekostigingssystematiek worden de totale toezichtkosten van de AFM en DNB toegerekend aan de verschillende toezichtcategorieën en vervolgens onder individuele instellingen binnen een categorie verdeeld aan de hand van vaste maatstaven met jaarlijks variërende bandbreedtes en tarieven. Het meerjarige kostenkader is een belangrijk onderdeel van de Wbft dat een balans probeert te vinden tussen stabiliteit van de totale toezichtkosten en het bieden van voldoende flexibiliteit aan de toezichthouders in de uitvoering van hun taken. De Wbft 2019 bevat daarnaast twee instrumenten waarmee schommelingen in de heffingen door incidentele kosten kunnen worden opgevangen: de heffingsreserve en de spreiding van het exploitatiesaldo.

De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: In hoeverre voldoet de huidige wettelijke bekostigingssystematiek van het financieel toezicht aan de principes van proportionaliteit, stabiliteit en flexibiliteit? Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, hebben we de volgende onderzoeksmethoden ingezet. We hebben de ontwikkeling van de kosten in kaart gebracht op basis van data die de toezichthouder aanlevert en openbare bronnen. We hebben daarnaast deskresearch ingezet om de beleidsreconstructie en beleidstheorie in te vullen. Verder hebben we een serie interviews gehouden en een enquête uitgevoerd. Ook is een internationale vergelijking onderdeel van het onderzoek.

¹           Hieronder vallen dus ook de kosten die DNB maakt voor het DGS en de resolutietaak.