Het naar Nederland halen van een internationale organisatie heeft zowel positieve als negatieve effecten. Het kost geld en moeite, maar de internationale organisatie geeft ook geld uit, creeërt werkgelegenheid en geeft Nederland status. In dit rapport wordt een kosten-batenanalyse uitgevoerd voor de vestiging van drie internationale organisaties in Nederland, namelijk de International Service for National Agricultural Research (ISNAR), het Joegoslavië-tribunaal (ICTY) en het Regional Headquarters Allied Forces North Europe (AFNORTH).

De conclusie is dat internationale organisaties zowel positieve als negatieve effecten voor de Nederlandse samenleving hebben. De belangrijkste in geld uit te drukken baten zijn de bestedingen van de organisatie en haar medewerkers. Dit effect is tijdelijk, terwijl de belangrijksten kostenpost, de exploitatiebijdrage van de Nederlandse overheid, permanent is. De kosten kunnen hoger zijn dan de baten.

Voor een definitieve afweging van een specifieke organisatie worden ook niet in geld uit te drukken effecten meegenomen. Als het teken van de niet in geld uit te drukken effecten gelijk is aan het teken van het financiële saldo dan is duidelijk of het aantrekken van de organisatie aantrekkelijk is. Bij het ISNAR zijn beide effecten positief. Als het financiële saldo en enige van de niet in geld uit te drukken effecten van teken verschillen is het een politieke afweging of de positieve effecten opwegen tegen de negatieve effecten. DAt is bij ICTY en AFNORTH het geval.