De minister voor Jeugd en Gezin heeft vorig jaar een gezinsnota uitgebracht. Voor deze nota heeft hij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) om advies gevraagd. De grote lijn van deze adviezen is dat gezinnen beter functioneren naarmate ze meer in sociale netwerken zijn ingebed. Ze suggereren bovendien dat voorwaardenscheppend beleid – beleid dat informele sociale netwerken meer kans geeft – kostenefficiënt is. De kostenefficiëntie van dit beleid zou er vooral in gelegen zijn dat goed werkende sociale netwerken rond gezinnen de kosten kunnen terugdringen van jeugdzorg, schooluitvalbestrijding, gezondheidszorg en criminaliteitsbestrijding.

Precies deze claim willen we in dit onderzoek toetsen. Hiertoe zijn in nauwe samenspraak met RMO, RVZ en een aantal externe deskundigen drie concrete beleidsvoorstellen geselecteerd. De gedachte is dat deze drie illustratief zijn voor een heel spectrum aan – veelal nog te ontwikkelen – beleidsideeën die de zelfredzaamheid en wederzijdse verantwoordelijkheid in en van de samenleving rond opgroeiende kinderen kan stimuleren.