Belangrijkste resultaten
Aanbod van aanvullend onderwijs
Ruim een kwart van de po-scholen en ruim 80 procent van de vo-scholen organiseert aanvullend onderwijs op school buiten de reguliere lessen. Ten opzichte van schooljaar 2018-2019 betreft dit een lichte daling: toen organiseerde een derde van de po-scholen en 84 procent van de vo-scholen aanvullend onderwijs. Op po-scholen wordt vooral bijles en/of extra ondersteuning bij speciale onderwijsbehoeften aangeboden, waarbij de laatste vorm zich voornamelijk richt op de weerbaarheid van leerlingen en op leerlingen met dyslexie. In het vo worden deze vormen van aanvullend onderwijs ook georganiseerd door scholen, maar komen ze relatief het minst voor. Vaker voorkomende vormen in het vo zijn huiswerkbegeleiding en examentraining.

Gebruik van aanvullend onderwijs
Uit de ouderenquête blijkt dat 17 procent van de po-leerlingen en 29 procent van de vo-leerlingen in het schooljaar 2022-2023 gebruik heeft gemaakt van een vorm van aanvullend onderwijs. In schooljaar 2018-2019 was dit respectievelijk iets meer dan een kwart (alleen voor groep-8-leerlingen) en 31 procent. Deelname aan betaalde vormen van aanvullend onderwijs daalt, terwijl onbetaalde vormen ongeveer gelijk blijven. Onbetaald aanvullend onderwijs vindt ook vaker dan voorheen op school plaats. Ouders van kinderen die gebruikmaken van betaald aanvullend onderwijs zijn negatiever over de onderwijskwaliteit op school dan ouders die daar geen gebruik van maken.

Rol van gemeenten bij aanvullend onderwijs
Gemeenten voeren (nog) niet op grote schaal beleid op aanvullend onderwijs. Ongeveer een kwart van de 115 bevraagde gemeenten voert actief beleid en bij 15 procent is dit in voorbereiding, in ontwikkeling of ter overweging. Gemeenten zonder beleid op het gebied van aanvullend onderwijs geven hiervoor als voornaamste redenen dat ze op andere manieren bijdragen aan het bevorderen van gelijke kansen en dat scholen zelf middelen hebben voor aanvullend onderwijs.

Het onderzoek
In 2023 is voor de derde keer de monitor aanvullend onderwijs uitgevoerd. Met deze monitor is voor schooljaar 2022-2023 in kaart gebracht hoe het aanbod van aanvullend onderwijs eruitziet op scholen in het funderend onderwijs, hoeveel en waarom leerlingen er gebruik van maken en hoeveel hun ouders daarvoor hebben betaald. Ook is de marktomvang bepaald, de rol van gemeenten ten aanzien van aanvullend onderwijs in kaart gebracht en zijn vier schoolportretten opgesteld van scholen die aanvullend onderwijs aanbieden.

De resultaten van de monitor zijn voornamelijk gebaseerd op enquêtes onder scholen, ouders en gemeenten. In totaal hebben 485 po-vestigingen (8 procent), 150 vo-vestigingen (10 procent), 4.191 ouders (10 procent) en 115 gemeenten (34 procent) aan de monitor meegewerkt.

Gebruikte methode
Voor de monitor aanvullend onderwijs 2023 zijn kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden gecombineerd:

  1. Enquête onder schoolvestigingen in het funderend onderwijs;
  2. Enquête onder ouders van leerlingen in het funderend onderwijs;
  3. Enquête onder gemeenten en focusgroepen met vijf gemeenten;
  4. Vier casestudies met scholen;
  5. Vaststelling marktomvang van aanvullend onderwijs via de Kamer van Koophandel en CBS-Microdata.