Het onderzoek
Voor een kwalitatief goed werknemersbestand in de publieke sector is het van groot belang dat de lonen en loonontwikkeling van werknemers concurrerend zijn met die van werknemers in de private sector. Dat maakt de publieke sector een aantrekkelijke werkgever en zorgt ervoor dat werknemers een realistische beloning ontvangen. Tegelijkertijd zijn ook secundaire arbeidsvoorwaarden relevant. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Omdat lonen en arbeidsvoorwaarden voortdurend veranderen, zeker in tijden waarin hoge inflatie druk op de lonen zet, is het steeds de vraag of arbeidsvoorwaarden in de publieke sectoren nog marktconform zijn en wat marktconform eigenlijk is. Daarom is in dit onderzoek een vergelijking gemaakt van arbeidsvoorwaarden in de verschillende deelsectoren van de publieke sector ten opzichte van andere sectoren voor de periode 2013-2022.

Resultaten
Werknemers in de publieke sectoren verdienen anno 2022 over het algemeen een vergelijkbaar gemiddeld bruto uurloon als vergelijkbare werknemers in andere sectoren. ‘Vergelijkbare werknemers’ zijn werknemers met ongeveer dezelfde achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, opleidingsniveau, regio, contractsoort en deeltijdfactor). Er zijn een paar uitzonderingen. Militairen bij Defensie, werknemers in het hoger beroepsonderwijs en werknemers bij de rechtspraak hebben substantieel hogere bruto uurlonen dan vergelijkbare werknemers in andere sectoren. Aan de andere kant hebben werknemers bij universiteiten een substantieel lager bruto uurloon dan vergelijkbare werknemers in andere sectoren. Bij de overige publieke sectoren zijn de verschillen beperkt. Gedurende de periode 2013-2022 zijn er flinke verschillen in loonontwikkeling geweest tussen de verschillende publieke sectoren in vergelijking met andere sectoren. Na correctie voor veranderingen in de samenstelling van het personeelsbestand blijkt dat de cumulatieve loongroei gedurende de periode 2013-2022 over het algemeen hoger was van werknemers bij publieke sectoren dan van vergelijkbare werknemers in andere sectoren.

Methode
De loonvergelijking geschiedt op basis van de propensity score matching-methode. In deze methode wordt voor ieder jaar en voor elke individuele werknemer in de afzonderlijke publieke deelsectoren gezocht naar de best vergelijkbare werknemer buiten de eigen publieke deelsector. Een werknemer in een andere sector is volgens de matching-methode vergelijkbaar met een werknemer in een publieke deelsector wanneer de kans om op basis van zijn of haar achtergrondkenmerken in die publieke deelsector te werken vergelijkbaar is. De vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden gebeurt via cao-analyses, waarbij de cao’s van specifieke deelsectoren van de publieke sector zijn vergeleken met cao’s van een tiental private sectoren.