Het onderzoek
De Alleenstaande ouderkop in het kindgebonden budget, kortweg ALO-kop, is een extra inkomensondersteuning voor alleenstaande ouders. De ALO-kop kwam in 2015 in de plaats van de fiscale (aanvullende) alleenstaande-ouderkorting en de 20 procent aanvulling in de bijstand voor alleenstaande ouders. Met het oog op de hervorming van het toeslagenstelsel heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan SEO gevraagd om te onderzoeken wat het gebruik is van de ALO-kop, wat de beoogde doelen zijn, in hoeverre deze doelen zijn bereikt en of dit op een efficiënte manier is gebeurd.

Resultaten
Volgens het CBS zijn er in januari 2021 in totaal 356 duizend eenouderhuishoudens met thuiswonende kinderen onder de 18 jaar. Hiervan ontvangt 83 procent de ALO-kop. De voornaamste reden dat alleenstaande ouders geen ALO-kop ontvangen is dat zij er geen recht op hebben door een te hoog inkomen of een te hoog vermogen. Het niet-gebruik door alleenstaande ouders die wel recht hebben op de ALO-kop is beperkt, doordat het kindgebonden budget (inclusief ALO-kop) automatisch wordt uitgekeerd indien ook andere toeslagen worden ontvangen.

Het belangrijkste doel van het vervangen van de 20 procent aanvulling in de bijstand door de ALO-kop was het wegnemen van financiële belemmeringen voor alleenstaande ouders om vanuit de bijstand aan het werk te gaan. Dit doel is behaald. Voor de invoering van de ALO-kop gingen alleenstaande ouders er in inkomen op achteruit als zij vier dagen tegen het minimumloon gingen werken en na de invoering gaan zij er op vooruit. Na de invoering van de ALO-kop steeg de arbeidsparticipatie van alleenstaande ouders met 11 procentpunt, tegenover 4 procentpunt voor paren met kinderen. Deze relatieve stijging hangt waarschijnlijk samen met de invoering van de ALO-kop, maar hier is geen causaal bewijs voor.

Het algemeen geldende doel van de ALO-kop is een tegemoetkoming in het levensonderhoud van eenoudergezinnen. Ook dit doel is behaald. Alleenstaande ouders zonder bijstand en een laag inkomen gingen er sterk op vooruit na de invoering van de ALO-kop. Mede als gevolg van de invoering van de ALO-kop is het aandeel alleenstaande ouders dat moet rondkomen van een minimuminkomen sterk gedaald in 2015.

Voor alleenstaande ouders in de bijstand is het doel van de ALO-kop bovendien om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van de ALO-kop is voldoende om het inkomen van alleenstaande ouders in de bijstand boven het bestaansminimum te doen uitkomen. Echter, doordat de definitie van alleenstaande ouder voor de ALO-kop afwijkt van die in de bijstand krijgt een deel van de alleenstaande ouders geen ALO-kop. Hierdoor is dit doel niet volledig behaald.

De doelmatigheid van de ALO-kop is moeilijk te beoordelen, want om doelmatig te zijn moet de ALO-kop terechtkomen bij ouders die de inkomensondersteuning nodig hebben en moet de ALO-kop niet hoger zijn dan nodig is om de doelstellingen ervan te bereiken. Voor huishoudens rond het sociaal minimum is de hoogte van de ALO-kop precies goed om rond te komen, maar het lange afbouwtraject werpt wel de vraag op hoe doelmatig de vormgeving is.

Gebruikte methode
De onderzoeksaanpak bestond uit vier stappen. In de eerste stap werd via bureauonderzoek achterhaald wat de doelen en effecten van de ALO-kop zijn. In de tweede stap werden interviews met experts van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën gehouden om de beleidstheorie te reconstrueren. In de derde stap werden interviews met de SVB en het CPB gehouden over de effecten van de ALO-kop. Als laatste is aan de hand dan CBS-microdata een analyse uitgevoerd om de groepen die wel en geen ALO-kop ontvangen in kaart te brengen.