Resultaten
Voor vanuit Nederland vertrekkende passagiers zijn drie luchthavens in België relevante uitwijkluchthavens: Antwerpen, Brussel, Charleroi. In Duitsland zijn er vier voor Nederland relevante uitwijkluchthavens: Dortmund, Düsseldorf, Frankfurt en Weeze. Naast deze voor passagiers relevante buitenlandse uitwijkluchthavens kijkt deze monitor ook naar de capaciteit op Luik, Keulen en Luxemburg vanuit het vrachtperspectief en naar de twee Nederlandse luchthavens Maastricht Aachen Airport en Groningen Airport Eelde. Tot slot is ook Parijs opgenomen vanwege de aanwezigheid van AirFrance-KLM. Eén van de belangrijkste bevindingen is dat voor het merendeel van de uitwijkluchthavens de toekomstige capaciteit en/of capaciteitsrestricties op dit moment onderwerp van discussie zijn in ofwel een vergunningstraject of het vaststellen van strategische masterplannen. De belangrijkste capaciteitsbeperkende factoren zijn: infrastructurele (fysieke) beperkingen, geluidsruimte en openingstijden. Het onderzoek laat zien dat gelet op de huidige en te realiseren capaciteit op de buitenlandse uitwijkluchthavens in een WLO Hoog scenario zo’n vijftig procent van de veronderstelde uitwijkpassagiers vanuit Nederland niet terecht kan op één van deze uitwijkluchthavens. Met andere woorden, het niet expliciet meenemen van capaciteitsbeperkingen op omliggende buitenlandse luchthavens leidt tot een grote overschatting van het aantal reizigers dat daadwerkelijk vanuit Nederland zou kunnen uitwijken. Voor vracht is er naar verwachting voldoende capaciteit op de omliggende luchthavens om uitwijkvraag vanuit Nederland te accommoderen.

Het onderzoek
In 2021 is in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de werkwijzer luchtvaartspecifieke maatschappelijke kosten-batenanalyses ontwikkeld. Aan de hand van deze werkwijzer – SEO, Decisio en To70 (2021a) – is ook een onderzoeksagenda opgesteld met als doel om te komen tot een verbetering van de werkwijzer en onderliggende modelberekeningen met luchtvaartprognosemodellen. Het huidige rapport formuleert een antwoord op één van de vragen uit die onderzoeksagenda, namelijk in hoeverre er sprake is van capaciteitsrestricties op omliggende uitwijkluchthavens en in hoeverre dit het beeld verandert over de mogelijkheden van Nederlands om uit te wijken naar buitenlandse luchthavens. Naast de capaciteit geeft de monitor ook informatie over de landzijdige bereikbaarheid van en (verblijfs)kwaliteit op de verschillende uitwijkluchthavens.

Gebruikte methoden
Het onderzoek combineert verschillende methoden. Aan de hand van secundaire databronnen (literatuur, eerdere verzamelde gegevens over passagierskeuze etc.) brengt het onderzoek in kaart wat de belangrijkste kenmerken zijn voor de luchthavenkeuzes van zowel passagiers als vracht. Hieruit volgt een groslijst van luchthavens die tot de mogelijke uitwijkluchthavens behoren. Deze lijst toetsen we verder aan de hand van studies die specifiek ingaan op de Nederlandse situatie en waarin uitwijkluchthavens worden bepaald, eventuele verschillen lichten we toe. Voor vracht zijn er daarnaast meerdere gesprekken met marktpartijen (sector, airlines en expediteurs) geweest om de eventuele uitwijkluchthavens te identificeren.5F Voor elk van deze luchthavens brengt de monitor in kaart wat de huidige en toekomstige capaciteitskenmerken en/of -restricties zijn, hoeveel van de eventuele additionele capaciteit relevant is voor de uitwijk van passagiers en/of vracht van of naar Nederland en wat de onderscheidende kwaliteitskenmerken zijn. Door middel van gesprekken met stakeholders van de verschillende uitwijkluchthavens valideren we enerzijds de gevonden capaciteitskenmerken en/of -restricties en anderzijds de mate waarin deze uitwijkluchthaven denkt de capaciteit te gaan inzetten voor uitwijk vanuit Nederland. De landzijdige bereikbaarheid van uitwijkluchthavens zijn bepaald op basis van het landelijke verkeersmodel LMS.  De LMS-verkeersoutput is op COROP-niveau geaggregeerd voor auto en OV en gewogen op basis van aantal inwoners per zone.