Resultaten
Wat de technische profielen in het beroepsgericht vmbo betreft, wordt in 2018/2019 het profiel Produceren, Installeren & Energie het vaakst aangeboden (215 vestigingen), gevolgd door Bouwen, Wonen & Interieur (171 vestigingen). Het profiel Mobiliteit & Transport kan op 93 vestigingen gevolgd worden, Media, Vormgeving & ICT op 49 en Maritiem & Techniek op 5 vestigingen.

Vier van de vijf profielen in de basisberoepsgerichte leerweg kent een gemiddeld aantal leerlingen per vestiging van maximaal 10. De uitzondering is het profiel Maritiem & Techniek met gemiddeld 23 leerlingen per vestiging. In de kaderberoepsgerichte leerweg kennen 3 van de 5 profielen een maximaal gemiddeld aantal leerlingen per vestiging van 14. De uitzonderingen zijn de profielen Maritiem & Techniek en Media, Vormgeving & ICT. Een vergelijkbaar beeld zien we in de gemengde leerweg.

De opzet van 4 van de 5 technische profielen (Maritiem & Techniek, Produceren, Installeren & Energie, Mobiliteit & Transport, Bouw, Wonen & Interieur) kan qua beroepsgerichte keuzevakken als exclusief met weinig verbreding getypeerd worden. De door deze profielen aangeboden beroepsgerichte keuzevakken zijn relatief exclusief voor leerlingen van deze profielen en een relatief klein deel van de leerlingen van deze profielen kijkt tijdens een beroepsgericht keuzevak buiten het eigen profiel. De opzet van het profiel Media, Vormgeving & ICT kan als inclusief met weinig verbreding getypeerd worden. De door dit profiel aangeboden beroepsgerichte keuzevakken worden relatief vaak door ‘externe’ leerlingen gevolgd ter verbreding van hun opleiding terwijl tegelijkertijd een relatief klein deel van de leerlingen van dit profiel tijdens een beroepsgericht keuzevak buiten het eigen profiel kijkt.

Ongeveer 1500 docenten geven in 2017/2018 les in technische profielen. Dat betreft zo’n 1000 fte, oftewel het aantal voltijds banen als de deeltijdbanen bij elkaar op worden geteld. Qua docentenaantallen is Produceren, Installeren & Energie het grootste technische profiel met zo’n 650 docenten, gevolgd door Bouwen, Wonen & Interieur met een kleine 500 docenten. Het profiel Maritiem & Techniek heeft logischerwijs de minste docenten, aangezien dit profiel op maar enkele locaties wordt aangeboden.

De vooruitzichten aangaande de toekomstige aantallen techniekdocenten zijn niet rooskleurig. Techniekdocenten zijn gemiddeld genomen zo’n vijf jaar ouder dan niet-techniekdocenten. De helft van de techniekdocenten is ouder dan vijftig, 16 procent is zelfs 60-plusser. Deze docenten gaan de komende jaren dus met pensioen en zullen vervangen moeten worden. Bovendien is recentelijk het aantal studenten afgenomen in de vijf opleidingen die hofleverancier zijn voor de techniekdocenten.

Het onderzoek
De vraag naar goed geschoold technisch personeel groeit in Nederland. De arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden van technische opleidingen zijn in de regel zowel op korte als op lange termijn goed. Een stijgende vraag naar technisch geschoold personeel dient idealiter natuurlijk samen te gaan met een stijgend aanbod van technisch geschoolde leerlingen. Een goede toeleiding van vmbo-leerlingen richting technische mbo-clusters met goede arbeidsmarktperspectieven is dan ook cruciaal. In de periode 2018-2023 wordt er daarom gemiddeld 100 miljoen per jaar extra geïnvesteerd in techniekonderwijs op het vmbo. In 2018 en 2019 was er geld beschikbaar voor vmbo-scholen waarmee ze kunnen investeren in bijvoorbeeld machines, materialen en mensen. Van 2020-2023 worden de middelen ingezet voor de uitvoering van regionale plannen van vmbo-scholen, mbo-instellingen, het bedrijfsleven en regionale overheid. De doelstelling is werken aan een duurzaam, dekkend en kwalitatief sterk technisch onderwijs. De STO-investeringen worden tot en met 2024 gemonitord en geëvalueerd door een consortium van onderzoeksbureaus (ResearchNed, SEO, ROA en Bureau Turf).

Gebruikte methode
Dit deelrapport betreft het jaarlijkse cijfermatige inzicht in de stand van zaken van het technische vmbo-onderwijs, vooral gebaseerd op gegevens afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Daarnaast worden gegevens afkomstig uit een koppeling van bestanden, namelijk de personeelsgegevens van DUO, de Integrale Personeels Tellingen Onderwijs (IPTO) en CBS-microdata gepresenteerd. Tot slot worden in dit rapport ook cijfers afkomstig van de VO-Monitor (enquête onder gediplomeerden van het vmbo) en de VSV-Monitor (enquête onder voortijdige schoolverlaters) getoond.